Een week of drie geleden was ik in Frankrijk. Uitgerekend
op de eerste zaterdag van de gelehesjesbeweging. Ik was, meer bepaald, in
Charleville-Mézières – ik zeg dat erbij omdat ik nu lees dat gisteren onder
meer daar, behalve natuurlijk in Parijs, ongeregeldheden waren. Rellen zeg
maar. Amokmakers aan het werk.
Want uiteraard is de gelehesjesbeweging vreedzaam. Zij is
niet uit op het aanrichten van vernielingen. Laat staan dat het de bedoeling
zou zijn om mensen te verwonden of te doden, of om – coûte que coûte – het systeem omver te werpen.
Neen, de gelehesjesbeweging wil niets van dat alles. Maar
wat wil de gelehesjesbeweging wél? Dat is niet zo duidelijk op het eerste
gezicht. En ook niet op het tweede gezicht.
Het is typerend dat een kleur – geel in dit geval, zij
het niet, zoals DS-huiscartoonist LCTRR terecht aankaartte, het geel van de
Vlaams-nationalisten – de lading moet dekken. Zoals het indertijd met de
zogenaamde Witte Beweging het geval was. Driehonderdduizend mensen kwamen toen
op straat om… Om… Ja, om wat eigenlijk? Er was onvrede, er was woede, er was
een soort van algemeen onbehagen. Maar wat moest er concreet veranderen?
Nu is het weer van dat. Er is onvrede, woede, onbehagen.
Mensen komen op straat. Eindelijk, ben ik dan geneigd te denken. Want ja, het
grote probleem met dit monsterverbond van schijndemocratie en apathiserend
consumentisme waarin wij met ons allen verstrikt zitten, is dat alle vormen van
protest geneutraliseerd zijn. Ik ben altijd blij wanneer iemand zich de moeite getroost
om nog eens luidop te zeggen dat hij niet akkoord is met de gang van zaken.
De gele hesjes komen op straat. Ze roepen elkaar daartoe
op via de sociale media, vinden elkaar in een gedeelde onvrede, woede,
onbehagen. Ze lopen een tijdje samen op. Maar het uiteenvallen van de beweging
is voorspelbaar. Het is een kwestie van weken. Hopelijk, zo denk ik dan
buitengewoon egoïstisch, is het tegen de laatste week van het jaar voorbij want
ik moet dan opnieuw in Frankrijk zijn en heb geen zin om een paar uur voor een
geblokkeerde rotonde of brug te zitten koukleumen. Zo ver gaat mijn
solidariteit nu ook weer niet.
Natuurlijk zal de beweging uit elkaar vallen. Misschien
niet eens zonder resultaat. Misschien zullen er wat accijnzen van de
brandstofprijzen afgehaald worden. Die plakken we wel ergens anders terug aan,
overwegen de bewindslieden die daar over gaan nu al. Geen kat die er wakker van
zal liggen, denken ze er al bij.
De beweging zal uit elkaar vallen omdat de mensen het moe
worden. Omdat de weersomstandigheden verslechteren. Omdat er geen leiding is.
Omdat hun woordvoerders het onderling oneens zijn. Omdat er geen duidelijke
standpunten zijn. Want waar gaat het eigenlijk over? Het begon als een protest
tegen te hoge brandstofprijzen. Algauw werd dat uitgebreid tot ‘een bedreigde manier
van leven’, tot het uitgeperst worden en het niets overhouden. Zeer legitieme
verzuchtingen zijn dat, maar wat doe je eraan? Ja, zelfs de hele ecologie wordt
er bijgehaald, terwijl Jean-Marie of Odette nog maar eens een autoband op de
vuurton gooit en de oproerpolitie kwistig traangaspatronen afvuurt.
De beweging zal uit elkaar vallen omdat de actievoerders
de politieke recuperaties beu zijn. Dat extreem links én extreem rechts op de
gelehesjeskar springen, hoeft niet te verbazen. Ik kon een gulp van weerzin
maar moeilijk onderdrukken toen ik Gwendolyn – goesting – Rutten met haar schoolmeesteresbril op hoorde debiteren
dat les extrêmes se touchent. Maar ondertussen
is er geen enkele partij – ook de hare niet – die niet op de een of andere
manier heeft gezegd dat er naar die gele hesjes moet worden geluisterd. Dat de
spontane verzuchtingen authentiek zijn en wijzen op een diepe malaise. Er
worden hele sociologische analyses aan vastgeknoopt. De gelehesjesbeweging gaat
niet alleen over de prijs van de diesel, maar au fond over het ongenoegen over de te grote ongelijkheden in onze
samenleving.
De beweging zal uit elkaar vallen omdat de actievoerders de
casseurs beu zijn. Die dragen ook
gele hesjes, namelijk, en de kans is groot dat jij in de bak vliegt omdat een
ander met stenen gooit. De casseurs parasiteren
op een op zich best wel te rechtvaardigen ongenoegen. Maar zij zijn de
objectieve bondgenoten van het gezag. Ja, inderdaad: les extrêmes se touchent. En eigenlijk hoeft dat niet te verbazen.
De powers that be zijn ook casseurs. De machthebbers – het grootkapitaal,
met onze democratie als marionettentheater om de schijn hoog te houden dat wij
met ons allen aan die macht participeren – zijn casseurs, en wel van ons ecosysteem, onze gezondheid, onze levens.
En ten slotte zal de beweging uit elkaar vallen door
toedoen van een onwaarschijnlijk efficiënte mediacampagne. Ik zit me al dagen
te verbazen over de schaamteloze consequentie waarmee van de gelehesjesbeweging
vooral het negatieve in beeld wordt gebracht. In die zin zijn ook de media casseurs en dus de objectieve bondgenoot
van het gezag – maar dat weten we natuurlijk al langer en het hoeft niet te
verbazen want ze hebben, op enkele journalistieke burgerinitiatieven na,
allemaal te beantwoorden aan een commerciële logica.
Vandaag is er een grote klimaatbetoging in Brussel. Een
paar tienduizend mensen zullen van Brussel-Noord naar Brussel-Zuid lopen, het
gangbare parcours voor dit ritueel. Er zullen er allicht veel minder zijn dan
verhoopt omdat het miezerig en koud is. Ik had mij voorgenomen om te gaan, maar
dat lukt helaas niet. Ik zal van hieruit sympathiseren. Maar ik zal toch ook
een beetje meewarig toekijken. Want was zal het méér zijn dan een ritueel? Er
zullen ludieke toneeltjes worden opgevoerd. Trommels zullen worden geroffeld.
Doodskisten meegedragen. Toespraakjes gehouden. Kinderwangetjes beschilderd.
Enzovoort. Maar dan? Wat is het vervolg?
Iedereen zal opgelucht ademhalen als er niet, zoals
onlangs bij een grote vakbondsmanifestatie, keet wordt geschopt door een stelletje
gemaskerde anarchisten. Want dan komen weer alleen die beelden in het nieuws,
en dat willen we niet.
Maar ik begin me toch af te vragen of er nog wel zoiets
mogelijk is als efficiënt vreedzaam straatprotest.