zondag 2 december 2018

parallel 121


LITERATUUR

Toen ik verloofd was met René
die zoveel hield van Hemingway,
las ik het werk van Hemingway
omdat dat werk me zoveel dee.
Maar toen het uit was tussen ons,
toen kreeg ook Hemingway de bons.

Daarna was ik met Guus verloofd
en kende Ibsen uit mijn hoofd.
Later, met Peter, hield ik zo
enorm van Valéry Larbaud.

Maar ik ben nooit verloofd geweest
met iemand die Homerus leest,
en ik heb nooit een man bemind
die Rabelais het hoogste vindt.

Er zijn dus nog verscheidene gaten,
helaas, in mijn cultuur gelaten.
Ik hoop nog altijd op Pascal,
maar wat dan ook, in elk geval:

hoe meer het aantal liefdes stijgt,
hoe meer ontwikkeling men krijgt.

Annie M.G. Schmidt, geciteerd door Gerrit Komrij in Tussen hemel en aarde, 327-328

ǁ

Het gaf haar een goed gevoel om in haar vriendenkring met hem te pronken, om door de ogen van anderen te zien hoe knap, geestig en integer hij was (…)

Rachel Cusk, Contouren, 161