wolkenfragmenten uit Rachel Cusk, Transit
3163
Het was verder dan het leek, en
halverwege werd er opeens een ware wolkbreuk over ons uitgestort. (77-78)
3164
Het was geschilderd in een naïeve
stijl: het scheepje was net een speelgoedbootje, de golven waren de krullerige
golven zoals een kind ze zou schilderen en de stormbui was een enorme witte wolkendot
erboven. (117)
3165
Het schilderij was een zeegezicht:
een rijzende muur van wit water, een opbollende koepelvormige wolk
bezaaid met blauwe en groene vlakjes, de ergens in de toekomst van het
schilderij tot uitbarsting zouden komen. (122)
3166
Het lokaal bevond zich op de vierde
verdieping; in het begin van het trimester was het er op dit tijdstip nog licht
geweest, maar nu was het donker buiten, zodat de ramen ons weerspiegelden en we
scherp afgetekend stonden tegen een naargeestige achtergrond van bolle,
vuilgele wolken. (…) Ik had mijn jas
aangehouden, en mijn blik dwaalde steeds naar het raam en naar het vreemde wolkenlandschap
dat bij de nacht noch bij de dag leek te horen, maar bij een roerloos
tussengebied, waar alles tot stilstand was gekomen, zonder enige beweging of
voortgang, zonder een opeenvolging van gebeurtenissen waarvan de betekenis zou
kunnen worden bestudeerd. (159-160)