I.16. Over het
bestraffen van lafheid
Bij het
oplossen van de vraag of een militair ter dood kan worden veroordeeld wegens
lafheid, moet een onderscheid worden gemaakt ‘tussen fouten die voortkomen uit
onze zwakheid en fouten die voortkomen uit onze slechtheid’. In het tweede
geval worden de fouten willens nillens gemaakt tegen het geweten en de
redelijkheid in. In het eerste geval zou je de verantwoordelijkheid op de
natuur kunnen afschuiven, omdat de ‘schuldige’ het ook niet kan helpen dat hij
nu eenmaal zo is. Hoe dan ook, in het geval van lafheid lijkt ‘schande en
schaamte’ een adequate bestraffing of dan toch in elk geval een betere dan de
doodstraf aangezien je kunt hopen dat pek en veren bij de laffe persoon een pedagogisch effect kunnen hebben:
bij een volgende gelegenheid zal hij zich allicht die vernedering herinneren en
zich misschien moediger gedragen.