maandag 29 januari 2018

van Dale 6-10

6

De rit gaat door een lelijke, bruingele voorstad, kale huizen zonder daken met houten klopbalkons, die alleen ’s morgens mooi zijn, als ze – terwijl de buurt afgunstig toekijkt – de zwartrode, geknoopte lambrekijns van katoen geven (…)
(Egon Erwin Kisch, De vliegende reporter, 113)


lambrekijn (de (m.); -s) 1 horizontaal hangende, van onderen getande reep stof als draperie aan vensters, bedhemel enz.

7
De plaats van de calèches is ingenomen door galoches, de winkels zijn eigendom van coöperaties, en de eigenaren van de beroemde banketbakkerijen Ballet, Berrin, Borman, Conradi en Abrikossov bestaan niet meer, maar er is een zoete trust gebleven die de zaken beheert (…)
(Egon Erwin Kisch, De vliegende reporter, 117)

galoche /galʃ(ә)/ (de; -s) overschoen

8
Een ondergronds, gevaarlijk leven in de mijn met een grote kans op silicose was geen florissant vooruitzicht.
(Pascal Verbeken, Arm Wallonië, 171)

silicose (de (v.); g.mv.) longziekte veroorzaakt door het inademen van stofdeeltjes, syn. stoflong, steenlong, pneumoconiose: zuivere silicose komt o.m. voor bij steenhouwers en tunnelbouwers, gemengde silicose vooral in steenkolenmijnen, keramiek- en porseleinfabrieken

9
Er bestaat geen treuriger Waals beeld dan de uitgestorven Place Maugrétout in de dagen en weken na laetare.
(Pascal Verbeken, Arm Wallonië, 202)

laetare /letarә/ (de (m.); g.mv.) de vierde zondag in de vasten, syn. halfvasten, laetarezondag

10
De enige plekken waar ik tegenwoordig nog lijk te komen zijn de winkels, mijn pilateslessen en de therapeut.
(Paula Hawkins, Het meisje in de trein, 36)

pilates (het; g.mv.) oefenmethode voor zowel lichaam als geest waarbij de nadruk ligt op de ademhaling en op het maken van vloeiende bewegingen