28 januari 2018
118 – Vorige week was ik erg enthousiast over de
eerste aflevering van Taboe,
waarin Philippe Geubels lacht met waar eigenlijk niet om te lachen valt. Toen
had hij enkele gehandicapte mensen als gast. Of mensen met een beperking, zoals
dat tegenwoordig heet. Vanavond keek ik naar de
tweede aflevering, en dit keer waren het ongeneeslijk zieken. Opnieuw
wisten Geubels en regisseuse Kat Steppe de juiste toon te treffen. In de
fragmenten van de live theatershow bracht Geubels enkele geslaagde maar ook
enkele minder geslaagde moppen – maar hij trof wel een juiste, respectvolle
toon, en het uit zwaar zieke mensen bestaande publiek amuseerde zich kostelijk.
Maar het beklijvendst waren toch de gesprekken die de komiek voerde op de
locatie – ik geloof dat het zijn eigen huis is – waar hij die mensen enkele
dagen te gast had, met hen at, uitstapjes maakte, enzovoort. Enfin, ze leerde
kennen, een band met hen schiep. En dus ook met hen sprak. En dan niet als
komiek maar als… Philippe Geubels. Drie van hen – allicht geen toeval dat het
alle drie vrouwen waren, drie moeders
– raakten mij in het bijzonder. De eerste, met een ongeneeslijke kanker aan de
sinussen, leek zich vooral zorgen te maken dat haar kinderen haar zouden
vergeten. Daarom had ze een boek geschreven, zodat die kinderen iets concreets
van en over haar in handen zouden hebben. Geubels stelde haar gerust: ze moest
zich geen zorgen maken, hijzelf had zijn moeder verloren toen hij nog maar drie
was en er gingen geen twee dagen voorbij zonder dat hij aan haar dacht. ‘Uw
kinderen zullen u zeker niet vergeten,’ sprak hij de zieke vrouw toe. Haar
gezicht klaarde op – en dat was het moment dat mij zal bijblijven. De tweede
had het over de schuldgevoelens die ze had ten aanzien van haar kinderen: omdat ze ziek was, welteverstaan. Haar
eigen dood was niet erg, maar die schuldgevoelens… En de derde vrouw, die zelf
niet ziek was maar die haar zieke man assisteerde, had het over euthanasie. ‘Ik
ga daar niet mee over beslissen,’ zei ze, ‘want natuurlijk zal ik willen dat ge
zo lang mogelijk bij mij blijft. Neen, gij moet beslissen: het is uw leven. En
als ge vindt dat ge moet gaan, dan moet ge dat zeggen. Als ge alleen maar voor
mij zoudt blijven, ik zou toch weten dat ge eigenlijk iets anders wilt. Als ik
dát zou aanvaarden, dan zou dat betekenen dat ik u niet graag zie. Dus als gij
mij graag ziet, dan moet ge inderdaad egoïstisch zijn en voor euthanasie
kiezen.’ (Even daarvoor had die man gezegd dat euthanasie aanvragen het meest
egoïstische was dat hij zou kunnen doen.) Uit liefde de plicht hebben om
egoïstisch te zijn – zo had ik het nog niet bekeken. En niet in eerste
instantie om de mensen van de zorg te bevrijden, maar om hen niet in hun liefde
gevangen te zetten.