25 januari 2018
108 – Er is iets met die communicaties van de N-VA wat mij
in hoge mate verontrust. Nog los gezien van het inhoudelijke, dat op zich
natuurlijk veel te vaak buitengewoon discutabel is – ik denk aan de
vastgoedvetpotten in Antwerpen, de kwestie met de Soedanese gestapo die werd
ingeschakeld om hier het Maximiliaanpark te helpen #opkuisen, de manier waarop ambtenaren of hele diensten die zich
niet zonder slag of stoot naar het protofascistoïde discours van een
welbepaalde Vlaamsnationale elite wenst te schikken worden kaltgestellt,
enzoverder enzovoort: de voorbeelden zijn legio. Ik heb het over de vorm, de
toon, de stijl.
Een paar dagen geleden was er de bijna laconieke melding dat
er op de avond zelf dat twee- of – naargelang van de bron – drieduizend burgers
na een politielek hadden gemanifesteerd tegen het harteloze
anti-immigratiebeleid van de N-VA’ers en de met deze partij collaborerende liberalen
en tsjeven, dat er op diezelfde avond dus zeventien ‘illegalen’ waren opgepakt
op treinen van en naar de hoofdstad. De politie had gewoon haar actieterrein
verlegd, zodat Jambon met dat resultaat kon uitpakken. De achterliggende toon
was bewust pesterig: ‘Betoog maar, wij doen ondertussen toch onze zin.’
Gisteren was er het opiniestuk
van de burgemeester. In De Morgen
nota bene, dat het blijkbaar niet aandurft om de burgemeester aan een kritisch
interview te onderwerpen. Neen, de burgemeester eist een bladzijde in de krant
en krijgt die ook, in naam van de zo begeerde clicks. (Net zoals hij koudweg ’s
avond niet ingaat op een uitnodiging om in Terzake met sp.a-voorzitter Crombez
in debat te gaan. Waarom Crombez dan ook niet kwam, is mij niet duidelijk. In
de plaats kregen we twee proffen die het discours van de burgemeester kwamen
versterken.) In het opiniestuk lanceerde de burgemeester een compleet van de
pot gerukt ‘dilemma’: ofwel open grenzen, ofwel sociale zekerheid. Het valse
dilemma is al voldoende ontmaskerd, onder meer door Jan
Blommaert, die dat op een heel eenvoudige en heldere wijze doet.
Maar ik heb hier oog voor de toon, en die is verwant aan wat
ik hierboven over de arrestatie van zeventien ‘illegalen’ tijdens de
burgeractie zei: laconiek, pesterig – ja, ik vind zelfs dat de kwalificatie brutaal van toepassing is.
Wat is brutaal? Van Dale zegt: respectloos, ‘meer dan
vrijmoedig’, ‘grof, ruw in het uitvoeren van iets slechts’, ‘onmeedogend’.
Vooral dat ‘iets slechts’ interesseert me hier. Waar ik stilaan van overtuigd
begin te geraken, is dat de burgemeester en zijn acolieten, met aan het hoofd
de kale staatssecretaris, heel goed weten dat wat ze vertellen geen steek
houdt. Ils disent tout et n’importe quoi.
Maar ze zeggen het tóch – ‘nah!’
– omdat ze de polarisatie nodig hebben om de sfeer nog verder te verzieken, en omdat ze heel goed weten dat de volgelingen het als het woord Gods zullen slikken,
de tegenstanders zich zullen verliezen in onmondige ergernis, en zij zelf weer
voor een paar dagen de o zo volgzame clickmedia zullen beheersen. Deze
brutaliteit is kwaadaardige arrogantie, maar zou – en dat is zowat de enige
hoop die ons, gutmenschen, rest – in
roekeloosheid kunnen omslaan. Want geeft, met betrekking tot het kaartspel, Van
Dale niet ook een voorbeeld: ‘hij is
brutaal, hij begint het spel zonder van de gelegenheid gebruik te maken een
gedeelte van zijn kaarten door andere te vervangen’? Van Dales kaartspeler is
met andere woorden zo zegezeker dat hij een gelegenheid om zijn kansen gaver te
maken dan ze al zijn niet benut.
‘Hij’ neemt met andere woorden een risico, en dat zou ‘hem’ mogelijk kunnen
bezuren.