lees hier vanaf het begin: de
laatste boom 1
De ‘burgerbewegingen, vakbonden en progressieve partijen’
beginnen de noodzaak van een systeemverandering te begrijpen, stelt Ludo De
Witte, die heel goed lijkt te beseffen dat een te negatieve boodschap
contraproductief dreigt te zijn. Hij geeft voorbeelden van het stilaan op gang
komende ecosocialistische verzet. In de jaren 1990 kwamen de Nigeriaanse Ogoni
in opstand tegen Shell. In Brazilië komen de boeren in opstand tegen de
grootgrondbezitters en de agro-industrie. Rond de millenniumwissel zagen we her
en der verzetsbewegingen ontstaan: de andersglobalisten in Seattle (1999), de
Occupy-beweging, Indignados, Podemos, Syriza… Die laatste beweging, die in
Griekenland korte tijd de ecosocialistische weg bewandelde, werd door de
Europese powers that be vakkundig de
nek omgewrongen, al was het maar om andere mogelijke antineoliberalisten tot
voorbeeld te strekken. Ook Bernie Sanders, Jeremy Corbyn en Jean-Luc Mélenchon zijn
voortrekkers. En bij ons trekken burgerbewegingen als Hart boven Hard en een
politieke partij als de PVDA/PTB de ecosocialistische kaart.
‘Het ecosocialistische programma moet nog vorm krijgen,’
erkent Ludo De Witte. Velen verkeren nog in de ontkenningsfase: het ‘naderende
cataclysme’ is zo groot, zo veelomvattend, dat de meeste mensen er niet in
slagen het zich voor te stellen. De sense of urgency is nog niet voldoende
groot. We verkeren in een ontkenningsfase, zoals iemand die net te horen heeft
gekregen dat hij ernstig ziek is. We tonen ons trouwe adepten van het
vooruitgangsgeloof en geloven dat de techneuten wel op tijd een oplossing
zullen vinden. We leveren ons uit aan ‘geruststellende theorieën zoals het
groene kapitalisme’. We verlaten onze comfortzone liever niet.
Het lijkt erop dat de massa’s maar door rampen in beweging
zullen kunnen worden gebracht. Fukushima, de beelden van de vleesindustrie… ‘We
moeten uitgaan van een langgerekte opeenvolging van crisissen en catastrofes.’
De armsten zullen het eerst worden getroffen. Revoluties, oorlogen en
vluchtelingenstromen zullen hiervan het gevolg zijn. Maar er is nog tijd, stelt
De Witte strategisch-optimistisch: ‘Vooraleer die stuiptrekkingen van het
antropoceen zullen degenereren en in een armageddon overgaan, verlopen allicht
nog vele decennia.’ Er is nog tijd om de massa’s te bewerken met de
ecosocialistische boodschap en om de transitie naar een postkapitalistische,
ecosociale samenleving te verwezenlijken!
De Witte somt een hele reeks maatregelen op – naasting van
banken en nutsbedrijven, fiscale maatregelen, uitstap uit kernenergie, openbaar
vervoer, energie-efficiënte woningen, korteketenlandbouw, reclameverbod,
betonstop, enzovoort – en benadrukt dat deze maatregelen bij voorkeur allemaal
tegelijk worden genomen, ‘zodat een systeemtransformerend effect wordt
gegenereerd’. Hij benadrukt ook dat de maatregelen ook altijd rekening moeten
houden met de sociale rechtvaardigheid. Daarom is bijvoorbeeld het weren van
vervuilende diesels uit de Antwerpse binnenstad geen goede maatregel omdat het
nu net de minst kapitaalkrachtigen zijn die nog met dat soort wagens rondrijden
en omdat niet tegelijk wordt geïnvesteerd in het openbaar vervoer. Ondertussen
is het belangrijk om de bevolking te sensibiliseren. Dat kan door middel van
kleinschalige acties. Keuze om daar niet aan deel te nemen en aan de zijlijn
toe te kijken of het allemaal zo’n vaart zal lopen, is er niet: ‘een zijlijn is
er vandaag niet meer’.