zaterdag 13 januari 2018

de winter van 2018 – 12



10 januari 2018

100 – Open brief aan Marc S.

Beste Marc,

Ik schrijf u deze brief omdat een discussie die we vorige week op Facebook hadden bij mij is blijven hangen. U was in uw bewoordingen nogal heftig, en daar schrok ik van aangezien ik u vorig jaar, tijdens een door ons belegde ontmoeting naar aanleiding van ons virtuele contact hier op dit zogenaamde sociale medium, had leren kennen als een intelligente en goedlachse levensgenieter, een cultuurmens bovendien, een echte family-man die geniet van de liefde, gastronomie, muziek en een goed glas wijn. Ik vermoedde wel dat we er – ideologisch gesproken ­– niet dezelfde ideeën op nahouden, maar had toch niet verwacht dat ik zo op uw staart zou kunnen trappen. Of tegen de haren instrijken, als die uitdrukking u liever is – wat mij, gezien uw vrolijk gekrulde haardos, niet zou verbazen.

Zoals ik dat altijd probeer te doen, wil ik ook uit dit incident lering trekken.

Waar ging het over? Ik had iets geschreven over de files van skitoeristen in de Alpen. U struikelde over de term ‘voetafdruk’ die ik daarbij had gebruikt. U was het niet eens met mijn ecologische bezwaar tegen die vorm van toerisme. U vond het maar ‘gewauwel’. Uit de discussie die daarop volgde, maakte ik op dat u niet gelooft in de klimaatopwarming. U lichtte uw standpunt toe: ‘Ja, gewauwel. Gestuurd vanuit een lobby die doet alsof de wereld morgen zal vergaan en die zich gedraagt als de nieuwe religie. Maar zoals je weet is elke religie een grote leugen om het volk eronder te houden.’ En wat verderop, toen zich nog een paar andere FB-contacten in de discussie hadden gemengd: ‘dat klimaatverandering iets is dat zich voltrekt binnen een paar tientallen jaren. Niets is minder waar. Als de doelstellingen van Parijs gehaald worden zal dit een verschil maken van 0,1 graad. Ook dat zijn feiten. Is dat wat jullie willen? Terwijl met al het gespendeerde geld voor die nieuwe religie armoede uit de wereld zou kunnen geholpen worden. (…) De temperatuur op de Noordpool stijgt, maar op de Zuidpool zakt ze evenredig. Er zijn nog nooit zoveel ijsberen geweest. (…) Maar wat mij het meest verontrust is dat wetenschappers die het niet eens zijn met dit doemscenario – en er zijn er meer dan je denkt – geen spreektijd krijgen. (…) En dan stel ik mij wel de vraag hoe het komt dat de satellieten de laatste 17 jaar geen enkele temperatuurstijging gemeten hebben?’

Waarom schrijf ik deze brief? Wel, Marc, omdat u mij aan het denken zette. De vraag die bij mij opkwam na uw reactie was: hoe is het in godsnaam mogelijk dat iemand die je toch hoog inschat vandaag nog klimaatontkenner kan zijn? Ik bedoel: klimaatveranderingontkenner. En vooral: hoe kan en moet je met zo iemand omgaan, wetende hoe moeilijk het is om mensen tot andere inzichten te brengen?

Ik raadde u de lectuur aan van het boek Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op van Ludo De Witte, maar dat voorstel wuifde u weg omdat De Witte volgens u een PVDA’er is: ‘We kunnen evengoed het communisme weer invoeren ook al weten we waartoe dit geleid heeft.’ Ik weet niet of het een juist argument is – ik bedoel, ik kén De Wittes verhouding tot de PVDA niet – maar het is zeker een slécht argument: het doet niet ter zake en De Wittes boek is wel degelijk het lezen meer dan waard. Het zal u voldoende stof aanreiken om uw standpunt wat bij te spijkeren. Het staat vol waarheden die ongemakkelijker zijn dan die van de antiklimaatlobby, die nu beweert dat het klimaat toch niet kán opwarmen als het in New York twintig graden vriest. Om het u – en anderen – gemakkelijk te maken en tot de lectuur van het volledige boek te bewegen: ik heb een samenvatting van het boek gemaakt. U kunt die vanaf hier beginnen te lezen (de link onder de ‘(wordt vervolgd)’ onder elke aflevering leidt u feilloos naar de volgende aflevering). U moet daar en eventueel in het boek maar de argumenten lezen, die ik hier dus niet zal herhalen.

Ik wil het wél hebben over hoe u en ik naar de wereld kijken, hoe verschillend we naar de wereld kijken, zo verschillend blijkbaar dat we een totaal andere wereld zien. Dat is wonderlijk want in uw persoonlijkheid vond ik – zoals gezegd – eigenlijk vooral aanknopingspunten en verwantschap: we staan, zo bleek uit onze ontmoeting, allebei bewust in het leven en proberen er allebei, zonder naïef of blind te zijn, zoveel mogelijk van te genieten, mét respect voor onze medemensen. Daarom kwam uw strenge oordeel – ‘gewauwel’ – zo hard aan.

Zien wij dan allebei een ándere wereld?

Marc, het gaat over de opwarming van het klimaat. Dat is niet niks. In uw optiek: de vermeende, door een lobby die daar wel bij vaart verzonnen opwarming van het klimaat. Met betrekking tot die satellieten die volgens u geen opwarming vaststellen, moet u mij maar eens een bron opgeven. Over de ongelijke temperatuurwijzigingen aan Noord- en Zuidpool en over de ijsberenpopulatie hebt u wel een punt, vermoed ik. Al moet u natuurlijk de volledige waarheid zien. Aan de Noordpool is er voor het eerst sinds mensenheugenis weer een vrije doorvaart mogelijk ten noorden van zowel het Amerikaanse als het Aziatische continent, en aan de Zuidpool breken ijsmassa’s met de omvang van hele provincies af. De zeespiegel is al meetbaar aan het stijgen. Toch daalt op het Antarctische vasteland, dat las ik ook ergens, door een vreemde gril van de natuur de gemiddelde temperatuur. (Ik ben de verklaring daarvoor vergeten.) Wat die ijsberen betreft: het valt toch niet te ontkennen dat zij in de brokken delen. Misschien komt het feit dat ze nu tot in de Groenlandse woonkernen afzakken om daar de vuilnisbakken te doorsnuffelen omdat ze elders geen voedsel meer vinden wel hun voortplantingscapaciteit ten goede, maar het is wel degelijk een feit dat zij zich als soort moeten aanpassen aan een – door de mens veroorzaakte – wijziging in hun leefomstandigheden. In wezen verschillen zij daarin niet van andere populaties die, als gevolg van het zich wijzigende klimaat, hun leven op een andere manier moeten organiseren, en zo nodig élders. Ik denk uiteraard niet alleen aan dieren maar ook aan al die Soedanezen en Syriërs en Nigerianen – van waar ze ook mogen komen – die hun leven wagen omdat zij daar waar zij vandaan komen geen leven meer hebben. En of het nu oorlog is of armoede waarvoor zij vluchten: het klimaat – droogte, waterschaarste, plattelandsvlucht als gevolg van onder meer de agro-industrie, die op zijn beurt de verschraling in de hand werkt… – heeft er altijd iets mee te maken. Het anderhalf miljoen dat tot nu toe naar Europa is gekomen, zal, vergeef mij de woordspeling, maar het topje van de ijsberg blijken te zijn.

Kijk, Marc, dat is nu een van de fenomenen waar we in ons dagelijkse leven niet náást kunnen kijken: de vluchtelingen. En er zijn nog zaken in onze dagelijkse realiteit die erop wijzen dat er wel degelijk iets fundamenteels aan het veranderen is – zodat we die hele hypothese, wat zeg ik?, de vaststelling van de klimaatwijziging niet als een complot van lobbyisten kúnnen opzijzetten. Een dagelijkse realiteit die ons doet inzien dat het geen kwestie is van believers of non-believers, en dat de bezorgdheid om het klimaat geen nieuwe religie is, zoals u suggereert.

Neem nu dat skitoerisme. Ik neem er zelf niet aan deel, maar ik hoor en lees toch dat de sneeuwval die men in die gebieden dit jaar heeft gekend veeleer uitzonderlijk is: de sneeuwgrens in de Alpen ligt elk jaar wat hoger en de periode waarin er sneeuw ligt wordt steeds korter. Ook bij ons kennen we dat fenomeen: waar zijn de winters die wij, babyboomers, als kind nog hebben gekend? Oké, af en toe vriest het nog eens, en we hebben ons in het begin van de voorbije decembermaand zelfs nog eens mogen verheugen op een laagje poedersneeuw, maar we kunnen toch echt niet ontkennen dat we tegenwoordig veel zachtere winters kennen? Ik ken de exacte cijfers niet uit het hoofd, maar leert Frank Deboosere ons niet dat zeven of acht van de warmste jaren sinds het begin van de metingen (plusminus 1835 of zo) zich in het afgelopen decennium hebben voorgedaan? Frank Deboosere, die nota bene als voormalige koppige klimaatscepticus ondertussen ook is bijgedraaid en niet langer ontkent ‘dat er iets aan de hand is met ons klimaat’.

Ik geef een ander voorbeeld uit onze dagelijkse leefwereld en dus los van alle boekenwijsheid, een voorbeeld dat u als musicus zeker zal interesseren. Ik weet niet of het u het voorbije jaar is opgevallen, maar op een gegeven ogenblik waren er zo goed als geen merels meer. U weet wel, die fraaie zwarte en, als het mannetjes zijn, geelgebekte zangvogels die ’s zomers in de schemering zo’n ongelooflijke melodieën uit hun keelgat weten te wringen. Ze waren wég. Eerst ziek, dan dood. Oorzaak? Een virus. Geen nieuw virus maar wel een virus dat een bepaalde temperatuur nodig heeft om actief te zijn en om de ziekte waar merels (en een aantal andere vogelsoorten) kwetsbaar voor zijn te verspreiden. Welnu, op die manier is de merel ook een slachtoffer van de klimaatopwarming. En zo zijn er wel meer verschuivingen aan de gang in de dieren- en plantenwereld of in wat daarvan rondom ons nog rest. Kijk naar de populatie van Canadese ganzen op het Stil Ende, u welbekend. Wij noemen die soorten die hier opeens voor een verstoring van de plaatselijke biotopen zorgen ‘invasieve exoten’. Schadelijk of niet, maar ze zijn hier wel meestal als gevolg van veranderende klimatologische omstandigheden. En die veranderingen voltrekken zich snel. We hebben er – en misschien is dat voor onze gemoedsrust maar goed ook – geen idee van hoeveel en met welk tempo dier- en plantensoorten belaagd en eventueel zelfs verdrongen worden door nieuwe, die hier tot voor kort niet konden gedijen. We zien bijvoorbeeld nieuwe insecten in onze omgeving opduiken, al dan niet met een tropische ziekte in de rugzak. En de mens steekt de gevolgen van de klimaatwijziging meer dan een handje toe met zijn glyfosaten en allerlei andere smeerlapperij – het uitsterven van de bij zou niets minder dan een catastrofe betekenen.

Ik had het in mijn Facebookbericht dat u in het verkeerde keelgat schoot over de voetafdruk van al die skitoeristen die op weg naar Chamonix in de file staan. U dacht misschien alleen aan de uitlaatgassen die zij met hun auto’s produceren en dat zoiets toch verwaarloosbaar is. Ik dacht inderdaad aan die uitlaatgassen, maar al evenzeer aan de druk op het milieu – altijd te vertalen in termen van broeikasgasuitstoot, en dus van klimaatopwarming – door de fabricatie en de toekomstige afbraak van die voertuigen, de aanleg en het onderhoud van de wegen, de ontbossing die op de Alpenflanken nodig is om skipistes aan te leggen, de hele skipiste-infrastructuur, al dan niet met sneeuwkanonnen die deze pistes ook buiten de vrieskouperiodes met kunstmatige sneeuw bedekken. Enzovoort, enzovoort. En dat alles voor een tijdverdrijf dat totaal niet noodzakelijk en derhalve zeer vermijdbaar is. Ik klaag, behalve die voetafdruk, ook het feit aan dat wij, consumerende westerlingen, dat allemaal blijkbaar evident vinden en er niet graag op aangesproken worden. En neen, ik dien geen enkele lobby – behalve die van mijn geweten.

Met dat laatste woord raak ik een gevoelig punt aan, ik besef het en doe het dan ook met opzet. Ik heb – ik volg uw posts nu al een tijdje – de indruk dat u heel erg gesteld bent op uw vrijheid en een hekel hebt aan vermanende vingertjes. Zeker als het groene vingertjes zijn. Ik begrijp dat, en heb daar ook begrip voor. Ik ben zelf ook de mening toegedaan dat de groene beweging veel krediet heeft verloren door de mensen met allerlei onnodige waarschuwingen en vermaningen op de zenuwen te werken. Dat kun je gerust een tactische blunder noemen, een farce in het licht van de urgentie van de problematiek die ons allen, groen of niet groen, aanbelangt. Ik vind, ongetwijfeld samen met u, de groene beweging veel te soft. Maar om andere redenen dan u, vermoed ik. Ik ben niet voor het vermanende vingertje, maar voor de gebalde vuist: het moet veel grondiger ánders, we zullen er niet geraken met die halfbakken, vaak niet meer dan symbolische actietjes en ingreepjes en veranderingetjes. Die zijn allemaal niet meer dan druppels op een hete plaat. Onze hele levenswijze moet op de schop – dát is mijn overtuiging. En het zal niet lukken op basis van alleen maar spontane bottom-up-initiatiefjes, hoe goedbedoeld ook.

Overigens vraag ik me ook af, als u dan toch geen geloof hecht aan de klimaatopwarming, ja daar zelfs een complot in ziet van de duurzame-energielobby, waarom u geen heil ziet in het voorzorgprincipe. Wetende dat een complete en – vanwege de zichzelf versterkende effecten – compleet oncontroleerbare eco-chaos ons wacht wanneer de gemiddelde temperatuur met meer dan 2° C stijgt, en op dat point of no return stevenen we regelrecht af, verdient het dan geen aanbeveling om daar minstens naar te handelen? De inzet van een mogelijke onderschatting van het probleem is wel erg groot – en als we het al niet voor onszelf doen, dan misschien voor onze kinderen.

Maar goed, wat kunnen we doen? We moeten van het leven blijven genieten. Daarover ben ik het grondig met u eens. Laat ons, door onze houding en ons gedrag, uitstralen dat wij gráág leven en dat wij veel van wat het leven ons te bieden heeft – liefde, muziek, wijn, kunst en nog veel meer, ook de diversiteit en rijkdom van de natuur – wonderlijk vinden en de moeite van het behouden waard. Veel meer dan kleine, consequente gedragingen zullen we niet in de weegschaal kunnen leggen. Voor mij was een daarvan: de evidentie waarmee mensen op wintersport gaan ter discussie stellen. Ik doe dat in het volle besef dat er veel meer dan dat nodig zal zijn. Het argument dat dit maar een heel klein onderdeel van het probleem vormt, mag geen reden zijn om er géén aandacht aan te besteden.

Hopelijk, Marc, draagt deze brief bij tot een beter wederzijds begrip. Misschien kunnen wij dit alles nog eens bespreken in de Blend of in een ander etablissement.

Vriendelijke groet,