100 – Open brief aan Marc S.
Beste Marc,
Ik schrijf u deze brief omdat een discussie die we vorige week op
Facebook hadden bij mij is blijven hangen. U was in uw bewoordingen nogal
heftig, en daar schrok ik van aangezien ik u vorig jaar, tijdens een door ons
belegde ontmoeting naar aanleiding van ons virtuele contact hier op dit
zogenaamde sociale medium, had leren kennen als een intelligente en goedlachse
levensgenieter, een cultuurmens bovendien, een echte family-man die geniet van
de liefde, gastronomie, muziek en een goed glas wijn. Ik vermoedde wel dat we
er – ideologisch gesproken – niet dezelfde ideeën op nahouden, maar had toch
niet verwacht dat ik zo op uw staart zou kunnen trappen. Of tegen de haren
instrijken, als die uitdrukking u liever is – wat mij, gezien uw vrolijk
gekrulde haardos, niet zou verbazen.
Zoals ik dat altijd probeer te doen, wil ik ook uit dit incident lering
trekken.
Waar ging het over? Ik had iets geschreven over de files van
skitoeristen in de Alpen. U struikelde over de term ‘voetafdruk’ die ik daarbij
had gebruikt. U was het niet eens met mijn ecologische bezwaar tegen die vorm
van toerisme. U vond het maar ‘gewauwel’. Uit de discussie die daarop volgde, maakte
ik op dat u niet gelooft in de klimaatopwarming. U lichtte uw standpunt toe:
‘Ja, gewauwel. Gestuurd vanuit een lobby die doet alsof de wereld morgen zal
vergaan en die zich gedraagt als de nieuwe religie. Maar zoals je weet is elke
religie een grote leugen om het volk eronder te houden.’ En wat verderop, toen
zich nog een paar andere FB-contacten in de discussie hadden gemengd: ‘dat klimaatverandering
iets is dat zich voltrekt binnen een paar tientallen jaren. Niets is minder
waar. Als de doelstellingen van Parijs gehaald worden zal dit een verschil
maken van 0,1 graad. Ook dat zijn feiten. Is dat wat jullie willen? Terwijl met
al het gespendeerde geld voor die nieuwe religie armoede uit de wereld zou
kunnen geholpen worden. (…) De temperatuur op de Noordpool stijgt, maar op de
Zuidpool zakt ze evenredig. Er zijn nog nooit zoveel ijsberen geweest. (…) Maar
wat mij het meest verontrust is dat wetenschappers die het niet eens zijn met
dit doemscenario – en er zijn er meer dan je denkt – geen spreektijd krijgen.
(…) En dan stel ik mij wel de vraag hoe het komt dat de satellieten de laatste
17 jaar geen enkele temperatuurstijging gemeten hebben?’
Waarom schrijf ik deze brief? Wel, Marc, omdat u mij aan het denken
zette. De vraag die bij mij opkwam na uw reactie was: hoe is het in godsnaam
mogelijk dat iemand die je toch hoog inschat vandaag nog klimaatontkenner kan
zijn? Ik bedoel: klimaatveranderingontkenner. En vooral: hoe kan en moet je met
zo iemand omgaan, wetende hoe moeilijk het is om mensen tot andere inzichten te
brengen?
Ik raadde u de lectuur aan van het boek Als de laatste boom geveld
is, eten we ons geld wel op van Ludo De Witte, maar dat voorstel wuifde u
weg omdat De Witte volgens u een PVDA’er is: ‘We kunnen evengoed het communisme
weer invoeren ook al weten we waartoe dit geleid heeft.’ Ik weet niet of het
een juist argument is – ik bedoel, ik kén De Wittes verhouding tot de PVDA niet
– maar het is zeker een slécht argument: het doet niet ter zake en De Wittes boek
is wel degelijk het lezen meer dan waard. Het zal u voldoende stof aanreiken om
uw standpunt wat bij te spijkeren. Het staat vol waarheden die ongemakkelijker
zijn dan die van de antiklimaatlobby, die nu beweert dat het klimaat toch niet
kán opwarmen als het in New York twintig graden vriest. Om het u – en anderen –
gemakkelijk te maken en tot de lectuur van het volledige boek te bewegen: ik
heb een samenvatting van het boek gemaakt. U kunt die vanaf hier
beginnen te lezen (de link onder de ‘(wordt vervolgd)’ onder elke aflevering
leidt u feilloos naar de volgende aflevering). U moet daar en eventueel in het
boek maar de argumenten lezen, die ik hier dus niet zal herhalen.
Ik wil het wél hebben over hoe u en ik naar de wereld kijken, hoe verschillend
we naar de wereld kijken, zo verschillend blijkbaar dat we een totaal andere
wereld zien. Dat is wonderlijk want in uw persoonlijkheid vond ik – zoals
gezegd – eigenlijk vooral aanknopingspunten en verwantschap: we staan, zo bleek
uit onze ontmoeting, allebei bewust in het leven en proberen er allebei, zonder
naïef of blind te zijn, zoveel mogelijk van te genieten, mét respect voor onze
medemensen. Daarom kwam uw strenge oordeel – ‘gewauwel’ – zo hard aan.
Zien wij dan allebei een ándere wereld?
Marc, het gaat over de opwarming van het klimaat. Dat is niet niks. In
uw optiek: de vermeende, door een lobby die daar wel bij vaart verzonnen
opwarming van het klimaat. Met betrekking tot die satellieten die volgens u
geen opwarming vaststellen, moet u mij maar eens een bron opgeven. Over de
ongelijke temperatuurwijzigingen aan Noord- en Zuidpool en over de
ijsberenpopulatie hebt u wel een punt, vermoed ik. Al moet u natuurlijk de
volledige waarheid zien. Aan de Noordpool is er voor het eerst sinds
mensenheugenis weer een vrije doorvaart mogelijk ten noorden van zowel het Amerikaanse
als het Aziatische continent, en aan de Zuidpool breken ijsmassa’s met de
omvang van hele provincies af. De zeespiegel is al meetbaar aan het stijgen.
Toch daalt op het Antarctische vasteland, dat las ik ook ergens, door een
vreemde gril van de natuur de gemiddelde temperatuur. (Ik ben de verklaring
daarvoor vergeten.) Wat die ijsberen betreft: het valt toch niet te ontkennen
dat zij in de brokken delen. Misschien komt het feit dat ze nu tot in de
Groenlandse woonkernen afzakken om daar de vuilnisbakken te doorsnuffelen omdat
ze elders geen voedsel meer vinden wel hun voortplantingscapaciteit ten goede,
maar het is wel degelijk een feit dat zij zich als soort moeten aanpassen aan
een – door de mens veroorzaakte – wijziging in hun leefomstandigheden. In wezen
verschillen zij daarin niet van andere populaties die, als gevolg van het zich
wijzigende klimaat, hun leven op een andere manier moeten organiseren, en zo
nodig élders. Ik denk uiteraard niet alleen aan dieren maar ook aan al die
Soedanezen en Syriërs en Nigerianen – van waar ze ook mogen komen – die hun
leven wagen omdat zij daar waar zij vandaan komen geen leven meer hebben. En of
het nu oorlog is of armoede waarvoor zij vluchten: het klimaat – droogte,
waterschaarste, plattelandsvlucht als gevolg van onder meer de agro-industrie,
die op zijn beurt de verschraling in de hand werkt… – heeft er altijd iets mee
te maken. Het anderhalf miljoen dat tot nu toe naar Europa is gekomen, zal,
vergeef mij de woordspeling, maar het topje van de ijsberg blijken te zijn.
Kijk, Marc, dat is nu een van de fenomenen waar we in ons dagelijkse
leven niet náást kunnen kijken: de vluchtelingen. En er zijn nog zaken in onze
dagelijkse realiteit die erop wijzen dat er wel degelijk iets fundamenteels aan
het veranderen is – zodat we die hele hypothese, wat zeg ik?, de vaststelling van de klimaatwijziging
niet als een complot van lobbyisten kúnnen opzijzetten. Een dagelijkse
realiteit die ons doet inzien dat het geen kwestie is van believers of
non-believers, en dat de bezorgdheid om het klimaat geen nieuwe religie is,
zoals u suggereert.
Neem nu dat skitoerisme. Ik neem er zelf niet aan deel, maar ik hoor en
lees toch dat de sneeuwval die men in die gebieden dit jaar heeft gekend
veeleer uitzonderlijk is: de sneeuwgrens in de Alpen ligt elk jaar wat hoger en
de periode waarin er sneeuw ligt wordt steeds korter. Ook bij ons kennen we dat
fenomeen: waar zijn de winters die wij, babyboomers, als kind nog hebben
gekend? Oké, af en toe vriest het nog eens, en we hebben ons in het begin van
de voorbije decembermaand zelfs nog eens mogen verheugen op een laagje
poedersneeuw, maar we kunnen toch echt niet ontkennen dat we tegenwoordig veel
zachtere winters kennen? Ik ken de exacte cijfers niet uit het hoofd, maar
leert Frank Deboosere ons niet dat zeven of acht van de warmste jaren sinds het
begin van de metingen (plusminus 1835 of zo) zich in het afgelopen decennium
hebben voorgedaan? Frank Deboosere, die nota bene als voormalige koppige klimaatscepticus
ondertussen ook is bijgedraaid en niet langer ontkent ‘dat er iets aan de hand
is met ons klimaat’.
Ik geef een ander voorbeeld uit onze dagelijkse leefwereld en dus los
van alle boekenwijsheid, een voorbeeld dat u als musicus zeker zal interesseren.
Ik weet niet of het u het voorbije jaar is opgevallen, maar op een gegeven
ogenblik waren er zo goed als geen merels meer. U weet wel, die fraaie zwarte
en, als het mannetjes zijn, geelgebekte zangvogels die ’s zomers in de
schemering zo’n ongelooflijke melodieën uit hun keelgat weten te wringen. Ze
waren wég. Eerst ziek, dan dood. Oorzaak? Een virus. Geen nieuw virus maar wel
een virus dat een bepaalde temperatuur nodig heeft om actief te zijn en om de
ziekte waar merels (en een aantal andere vogelsoorten) kwetsbaar voor zijn te
verspreiden. Welnu, op die manier is de merel ook een slachtoffer van de
klimaatopwarming. En zo zijn er wel meer verschuivingen aan de gang in de
dieren- en plantenwereld of in wat daarvan rondom ons nog rest. Kijk naar de
populatie van Canadese ganzen op het Stil Ende, u welbekend. Wij noemen die
soorten die hier opeens voor een verstoring van de plaatselijke biotopen zorgen
‘invasieve exoten’. Schadelijk of niet, maar ze zijn hier wel meestal als gevolg
van veranderende klimatologische omstandigheden. En die veranderingen voltrekken
zich snel. We hebben er – en misschien is dat voor onze gemoedsrust maar goed
ook – geen idee van hoeveel en met welk tempo dier- en plantensoorten belaagd
en eventueel zelfs verdrongen worden door nieuwe, die hier tot voor kort niet
konden gedijen. We zien bijvoorbeeld nieuwe insecten in onze omgeving opduiken,
al dan niet met een tropische ziekte in de rugzak. En de mens steekt de gevolgen
van de klimaatwijziging meer dan een handje toe met zijn glyfosaten en allerlei
andere smeerlapperij – het uitsterven van de bij zou niets minder dan een
catastrofe betekenen.
Ik had het in mijn Facebookbericht dat u in het verkeerde keelgat schoot
over de voetafdruk van al die skitoeristen die op weg naar Chamonix in de file
staan. U dacht misschien alleen aan de uitlaatgassen die zij met hun auto’s
produceren en dat zoiets toch verwaarloosbaar is. Ik dacht inderdaad aan die
uitlaatgassen, maar al evenzeer aan de druk op het milieu – altijd te vertalen
in termen van broeikasgasuitstoot, en dus van klimaatopwarming – door de
fabricatie en de toekomstige afbraak van die voertuigen, de aanleg en het
onderhoud van de wegen, de ontbossing die op de Alpenflanken nodig is om
skipistes aan te leggen, de hele skipiste-infrastructuur, al dan niet met sneeuwkanonnen
die deze pistes ook buiten de vrieskouperiodes met kunstmatige sneeuw bedekken.
Enzovoort, enzovoort. En dat alles voor een tijdverdrijf dat totaal niet
noodzakelijk en derhalve zeer vermijdbaar is. Ik klaag, behalve die voetafdruk,
ook het feit aan dat wij, consumerende westerlingen, dat allemaal blijkbaar
evident vinden en er niet graag op aangesproken worden. En neen, ik dien geen
enkele lobby – behalve die van mijn geweten.
Met dat laatste woord raak ik een gevoelig punt aan, ik besef het en doe
het dan ook met opzet. Ik heb – ik volg uw posts nu al een tijdje – de indruk dat
u heel erg gesteld bent op uw vrijheid en een hekel hebt aan vermanende
vingertjes. Zeker als het groene vingertjes zijn. Ik begrijp dat, en heb daar
ook begrip voor. Ik ben zelf ook de mening toegedaan dat de groene beweging
veel krediet heeft verloren door de mensen met allerlei onnodige waarschuwingen
en vermaningen op de zenuwen te werken. Dat kun je gerust een tactische blunder
noemen, een farce in het licht van de urgentie van de problematiek die ons
allen, groen of niet groen, aanbelangt. Ik vind, ongetwijfeld samen met u, de
groene beweging veel te soft. Maar om andere redenen dan u, vermoed ik. Ik ben
niet voor het vermanende vingertje, maar voor de gebalde vuist: het moet veel
grondiger ánders, we zullen er niet geraken met die halfbakken, vaak niet meer
dan symbolische actietjes en ingreepjes en veranderingetjes. Die zijn allemaal
niet meer dan druppels op een hete plaat. Onze hele levenswijze moet op de
schop – dát is mijn overtuiging. En het zal niet lukken op basis van alleen
maar spontane bottom-up-initiatiefjes, hoe goedbedoeld ook.
Overigens vraag ik me ook af, als u dan toch geen geloof hecht aan de
klimaatopwarming, ja daar zelfs een complot in ziet van de
duurzame-energielobby, waarom u geen heil ziet in het voorzorgprincipe. Wetende
dat een complete en – vanwege de zichzelf versterkende effecten – compleet
oncontroleerbare eco-chaos ons wacht wanneer de gemiddelde temperatuur met meer
dan 2° C stijgt, en op dat point of no return stevenen we regelrecht af,
verdient het dan geen aanbeveling om daar minstens naar te handelen? De inzet
van een mogelijke onderschatting van het probleem is wel erg groot – en als we
het al niet voor onszelf doen, dan misschien voor onze kinderen.
Maar goed, wat kunnen we doen? We moeten van het leven blijven genieten.
Daarover ben ik het grondig met u eens. Laat ons, door onze houding en ons
gedrag, uitstralen dat wij gráág leven en dat wij veel van wat het leven ons te
bieden heeft – liefde, muziek, wijn, kunst en nog veel meer, ook de diversiteit
en rijkdom van de natuur – wonderlijk vinden en de moeite van het behouden
waard. Veel meer dan kleine, consequente gedragingen zullen we niet in de
weegschaal kunnen leggen. Voor mij was een daarvan: de evidentie waarmee mensen
op wintersport gaan ter discussie stellen. Ik doe dat in het volle besef dat er
veel meer dan dat nodig zal zijn. Het argument dat dit maar een heel klein
onderdeel van het probleem vormt, mag geen reden zijn om er géén aandacht aan
te besteden.
Hopelijk, Marc, draagt deze brief bij tot een beter wederzijds begrip.
Misschien kunnen wij dit alles nog eens bespreken in de Blend of in een ander
etablissement.
Vriendelijke groet,