109 – Joel Meyerowitz geeft, binnen een overdenking over het
verschil met straatfotografie waarop ook mensen te zien zijn, een eenvoudige
maar juiste definitie van een portret – gek dat ik het nooit eerder zelf heb
bedacht: ‘A portrait suggests a more intimate encounter, a shared moment, an
agreement that “we are in this together” for however brief a time.’ (Where I Find Myself, 93) Er staan een
aantal elementen in die definitie die toch het overdenken waard zijn: intimiteit, ontmoeting, gedeeld en samen, ogenblik (hoe kort ook), contract…
Een portret, in deze zin, lijkt minstens te impliceren dat de geportretteerde
wéét heeft van het feit dat de fotograaf een foto maakt. (Dat is een van de
verschillen met straatfotografie, waar de in beeld gebrachte mensen niet
noodzakelijk op de hoogte zijn van het feit dat hun toevallige passage in het
oog van de fotograaf en dan in de zoeker van diens fototoestel (hoewel, niet
altijd in die volgorde!) wordt vastgelegd.) Er is instemming. En door die
instemming verandert de relatie
tussen beide. Er is sprake van een expliciet vertrouwen. De gefotografeerde kan
meteen ook een versie van zichzelf
tonen. De fotograaf interpreteert die
versie, eventueel in het licht van wat hij al van de geportretteerde weet –
want ja, een portret van een nieuwe, nooit eerder ontmoete persoon is wel
degelijk mogelijk. Volgens Meyerowitz kijkt de fotograaf aandachtig, en hij
ontwaart in de geringste details – de blik, de houding, de kleding – gegevens
over de persoonlijkheid van de persoon die hij voor zich heeft. Vraag is
natuurlijk in hoeverre de fotograaf, zeker bij personen met wie hij niet
vertrouwd is, over voldoende informatie kan beschikken om in die interpretatie
van hun versie een waarheid omtrent hun
persoonlijkheid te detecteren. Hij
beweert van wél – ‘of course, when you are carefully observing someone, their
personality flows from them no matter what they try to show or hide – maar ik
ben niet zeker of ik het daarmee eens kan zijn.
Joel
Meyerowitz, Young Woman
Eating a Plum, Provincetown, 1981
|
Hangt het van de in
het portret vastgelegde concordantie tussen versie
en waarheid omtrent de
geportretteerde af of een portret geslaagd is? Het heeft daar wellicht iets mee
te maken. Maar hoe kan dan diegene die het portret bekijkt dat beoordelen? Want
wat weet hij/zij van de
geportretteerde? En van de fotograaf?