Aloïs kauwde toegewijd. Zevenendertig keer per hap, wist
Paul, omdat dat goed was voor de spijsvertering, maar wanneer hij hem probeerde
te betrappen raakte hij steevast de tel kwijt.
Tommy Wieringa, De
heilige Rita, 43
ǁ
Hij eet al jaren behalve gevogelte geen vlees, volgens de
methode van een arts kauwt hij een eeuwigheid, hij heeft rare waak- en
slaaptijden.
Michael Kumpfmüller, De
heerlijkheid van het leven, 95