Entre juin
et décembre 1990, les observateurs américains de la NOAA (National Ocean and
Atmosphere Administration), voyageant à bord de navires japonais dans le
Pacifique nord, ont analysé 4 % des captures de la flotte. En dehors des 7,9
millions de calmars pêchés (l’espèce ciblée), les prises accidentelles des 74
navires japonais comprenaient 82 000 requins bleus, 253 000 thons, près de 10
000 salmonidés, 30 000 oiseaux, 52 otaries, 22 tortues marines, 141 marsouins
et 914 dauphins.
En dit is de perverse gedachte die daarbij in mij opkomt:
waarom op die manier opsommen, wat is de logica achter de volgorde: het
alfabet, de zoölogie, de rekenkunde? Het alfabet is het niet en gelukkig maar
(denk ik dan, nog steeds pervers) want dan zou ik in de vertaling alles hebben
moeten omgooien. Zoölogisch houdt de opsomming geen steek want waarom zitten de
schildpadden gesandwicht tussen allerlei zoogdieren? En rekenkundig valt er ook
geen lijn in te trekken. Neen, de logica achter dit rijtje is retorisch. Het is
een elementaire regel in de retoriek dat je, bijvoorbeeld in de opbouw van een
toespraak, met de deur in huis valt met je zwaarste troef, dan wat mindere
kaarten uitspeelt en uiteindelijk je tegenstander (je toehoorders) helemaal uit
evenwicht brengt met nog wat zwaar geschut. Dat is precies wat hier gebeurt en
– hoera! – je kunt in de vertaling dezelfde volgorde handhaven. (Kijk ook hoe
die schatjes van dolfijnen het rijtje mogen afsluiten en als het ware op het
netvlies blijven hangen: Tussen juni en december 1990 hebben waarnemers van de
NOAA (National Ocean and Atmosphere Administration), die in de Noordelijke
Pacific meereisden aan boord van Japanse schepen, 4% van de vangst van de vloot
onderzocht. Behalve de 7,9 miljoen calamarissen (de soort waarop werd gejaagd),
hadden de 74 Japanse boten ook nog een ‘toevallige vangst’ verzameld: 82.000
haaien, 253.000 tonijnen, bijna 10.000 zalmachtigen, 30.000 vogels, 52
oorrobben, 22 zeeschildpadden, 141 bruinvissen en 914 dolfijnen. [De meeste van
die dieren moeten naar de oppervlakte om adem te halen en stierven nadat ze in
de netten verstrikt waren geraakt. In 1990 gooiden vissers 16 miljoen krabben
uit de Molukken die niet de juiste afmetingen hadden in de Beringzee: vijf keer
meer dan wat ze uiteindelijk voor de verkoop geschikt achtten.])
Pervers.
(Een van de strategieën die voortdurend tegen de
milieubeweging worden ingezet: haar aanvallen op de vorm, niet de inhoud – het
begint al met het denigrerende ‘groene jongens’.)