Paul Goossens in 1968 |
Paul Goossens, ooit studentenleider in Leuven en nu, stilaan
aan het eind komend van een geaccidenteerde carrière als journalist,
Europa-watcher voor het persagentschap België, maakte gisteren in Terzake ten
overstaan van zijn collega maar zeker niet vriend (dat was zichtbaar) Siegfried
Bracke zijn beklag over de rol die de media hebben gespeeld bij het
Europa-referendum-debacle in Frankrijk en Nederland. Zij hebben onvoldoende het
echte belang van Europa ‘gecommuniceerd’ en zo ‘de mensen’ aangespoord om hun
ongenoegens af te wentelen op zondebok Europa door ‘neen’ te stemmen (zonder
overigens te weten wat er nu eigenlijk in die Europese grondwet staat die ze
met hun ‘neen’ naar de prullenbak verwijzen).
De media die onvoldoende ‘communiceren’ – het is toch wel
godgeklaagd. Het is zoals een bal die niet rolt of een in het water gevallen
steen die blijft drijven. Maar Goossens slaat natuurlijk de nagel op de kop. De
media zijn er eigenlijk niet meer om te communiceren. De media zijn er om niet
te communiceren of, sterker nog, om elke communicatie onmogelijk te maken. En
dat gaat van de televisie die het gezinsleven verstoort tot de kijkcijferlogica
die elke afwijkende of te elitaire mening ausrasiert. De media zijn in de
eerste plaats: bliksemafleider. De media moeten het publiek bij de les houden.
En de les, dat is niet wat er in de wereld gebeurt, maar wel: consumeren en
zwijgen. Dat kan het best door thuis te blijven en naar de televisie te kijken.
Een tijdje geleden berichtten de media overvloedig over de
kwikjes en kwakjes van de oude paus en over het aantreden van de nieuwe.
Ondertussen werd de staat van de wereld opgemaakt. Een kwestie van
prioriteiten, zou je denken: ‘Publié le 30 mars dernier, simultanément à Tokyo,
Pékin, New Delhi, Le Caire, Nairobi, Paris, Washington et Brasilia, cet
important rapport intitulé L’évaluation des écosystèmes pour le Millénaire est
tombé un peu à plat, en raison notamment de la focalisation des médias sur la
mort du pape.’ Ik herinner mij ergens in een of andere krant een halve regel te
hebben gelezen over dat ‘importante’ rapport. Waarin, overigens, haarfijn wordt
beschreven dat, als het zo voortgaat, er binnen een paar decennia geen sprake
meer zal zijn van pausen of van media – dat dan een wereldwijde bittere strijd
om te overleven zal zijn losgebarsten. Maar ja, als je zoiets vertelt, lopen je
lezers c.q. kijkers weg, natuurlijk. Niemand wil dat horen, zo’n boodschap
krijg je niet verkocht.
Ja, Paul Goossens, ooit studentenleider te Leuven, had
gisterenavond nog eens een revolutionaire oprisping. Wij, klopte hij zich
zelfbeschuldigend op de borst – maar hij bedoelde natuurlijk óók: ‘jij, stoute,
platte, commercieel ingestelde en rücksichtlose Siegfried’ –, wij hebben daar
schuld aan. Wij, de media.