maandag 22 januari 2018

driekleur 343



De ondoordringbare zwarte wade waarin Albinus nu leefde verleende zijn gedachten en gevoelens een zekere soberheid, ja zelfs een zekere noblesse. Hij werd door duisternis gescheiden van zijn vroegere leven, dat in zijn scherpste bocht plotseling was uitgedoofd. Herinnerde taferelen bevolkten het schilderijenmuseum van de geest: Margot in een bedrukt schort, die een purperen gordijn opzij trok (hoe verlangde hij nu naar die armetierige kleur!); Margot die onder de glanzende paraplu door bloedrode plassen trippelde; Margot naakt voor de spiegel van de kleerkast, knabbelend op een geel kadetje; Margot die in haar glimmende badpak een bal wierp; Margot in een zilverkleurige avondjurk, met haar gebruinde schouders.

Vladimir Nabokov, Een lach in het duister, 184