wolkenfragmenten uit Vladimir Nabokov, Een lach in het duister
2630
De hemel was nog blauw, met in de
verte één zalmkleurige wolk, en heel dit wankel evenwicht tussen licht
en schemering maakte Albinus onbezonnen. (57)
2631
Een oranje wolk krulde zich
in slierten over de bleekgroen hemel boven de donkere bergen; in de
ineengedoken cafeetjes brandde licht; de platanen op de boulevard waren in
duisternis gehuld. (144)
2632
Alle dagen was het onbewolkt. (148)