wolkenfragmenten uit Koen Peeters, De
mensengenezer
2574
Terwijl vroeger de zon soms vrolijk
goud rond de wolkenranden goot, had de geest of de genius er nu lood in
gesmolten. (41)
2575
De wolken schoven hoog boven
ons voorbij. (64)
2576
Wattenwolken wierpen grijze,
schilderachtige schaduwen op de akkers. (67)
2577
Ik keek naar de wolken boven
de Gemene Weg, in de lucht dreven ze als observatieballons in de oorlog. (72)
2578
Witte slagroomwolken trokken
schaduwen over de rijen van zerkjes. (91)
2579
Het waren de weersomstandigheden,
het dreigende wolkendek en ook de gure wind, de striemende regen. (97)
2580
Daarboven, in de maanverlichte
nacht, waren vette wolken geschilderd. (108)
2581
Toen de wolken verwaaiden,
zat ik plots in de smorende hitte van de zon, zodat de kinderen me kwamen
zeggen naar de schaduw op te schuiven. (265)
2582
Voor het eerst had ik last van
heimwee naar de scherp getekende, zuiverwitte stapelwolken en de
zuurstofrijke lucht van de Westhoek. (287)