maandag 1 januari 2018

de winter van 2018 – 2



24 december 2017

85 - We wandelen op het strand van de Seinemonding, praten over ouder worden en of er dan nog veel zin is als de levensavond met lijden en/of dementie wordt opgefleurd. (...) We vertellen elkaar verhalen over oude mensen die we hebben gekend, of nog kennen. Onze ouders, maar ook anderen. Hoe ze verpieteren in instellingen, of daar net aan ontsnapt zijn. Of neem Gella Vandecaveye, zeg ik, over wie ik vorige week in de krant las dat ze haar moeder in huis neemt. 'Jij hebt ooit voor mij gezorgd,' zei Gella in dat interview, 'nu is het mijn beurt. De Chinezen doen dat ook.' Gella weet dat van die Chinezen want ze is daar geweest, toen ze nog judode. Hoed af voor Gella. We lopen verder op de oever. Hier mondt de Seine uit in het Kanaal. Waar eindigt de rivier, waar begint de zee. De vloedlijn ligt bezaaid met wier en hout en schelpen en microplastics. Een door een meeuw leeggevreten krabbenschaal. Er ligt een bord met de waarschuwing 'Dit terrein wordt bewaakt', in het Frans natuurlijk, en dan de naam van een beveiligingsfirma en een telefoonnummer. Er liggen ook takken, herfstbladeren, stenen. Maar waar komen die vandaan, hoe spoelen die hier aan? Ik stamp er een paar het zand in. Sommige steenvormige dingen die ook op de vloedlijn liggen, zijn geen stenen. Ze zien er zo uit, maar het zijn door de stroming net als stenen geërodeerde – maar dan veel sneller – aangespoelde klodders ruwe petroleum. Naast ons kiest een boot het zeegat. En iets daarna nog een. We vragen ons of hoe hun bemanningen vanavond de kerstavond zullen doorbrengen.