vrijdag
ANGST
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Vorst afgelopen
week, en vandaag in Molenbeek, waar de zeer gezochte terrorist Salah Abdeslam
eindelijk is opgepakt, waarmee natuurlijk het smeulende gevaar niet is geblust,
nog iets over die groep jongeren die ik gisteren
op de trein zag. Op een gegeven ogenblik zag ik een van hun begeleiders de hele
klas rondgaan met een smartphone, waarop hij blijkbaar een plattegrond van de
hoofdstad had opgeroepen: ‘Kijk, hier ligt Vorst,’ wees hij. ‘En wij gaan
daarheen. Kijk maar, dat ligt nog een heel eind uit elkaar. Jullie hoeven dus
niet bang te zijn.’
West-Vlaamse potente jongens, machogedrag alom, gerust in
staat om in hun dorpen de procreatie te verzekeren en, mocht iets hun niet
aanstaan, de boel op stelten te zetten. Mochten ze onder een andere vlag, in
een andere cultuur en onder een ander gesternte geboren zijn, ze liepen nu misschien
met een bommengordel rond, zaaiden terreur, hielden hele wijken onder de knoet
en waren een gesel voor hun vrouwen. Maar neen, ze zijn bang om vanuit hun
veilige cocon in de provincie op daguitstap naar de hoofdstad te trekken en
moeten worden gerustgesteld door hun leraar.
Ondertussen is dus Salah opgepakt. En wie is er als de kippen bij om dit Brusselse wapenfeit te recupereren? Juist: de burgemeester van Antwerpen. Het is werkelijk onwaarschijnlijk hoezeer die man blijkbaar niet geneigd is om zijn plaats te kennen en ook nu weer schaamteloos de gelegenheid aangrijpt om de aandacht van de wanpraktijken in het politiekorps waarvoor hij de verantwoordelijkheid draagt af te leiden. Of beter: de verantwoordelijkheid niet draagt, want hij is blijkbaar niet van plan om af te treden. ¶