zaterdag 12 maart 2016

vierenvijftig 153


5 maart 2016

zaterdag

ONBEREKENBAARHEID

© Miller's Crossing
In Miller’s Crossing (1990) tonen de gebroeders Coen geen Umwerting aller Werte – daarbij komt onder boven te liggen, links rechts en vice versa – maar een totále pervertering van goed en kwaad. Boven is onder en wit is zwart, maar schrik niet als boven ook nog eens toevallig boven blijkt te zijn, onder onder, wit wit en zwart zwart. Je moet met alle mogelijkheden rekening houden, niets is zeker, laat staan voorspelbaar.

Ironie veronderstelt nog een waarheid en een duidelijke moraal. Op een totale losgeslagenheid is cynisme het enige mogelijke antwoord.

In de doortrapte verbeelding van de scenaristen speelt een van de gangsterbonzen voor moraalfilosoof. Hij spreekt de eerste woorden van de film uit: ‘Let’s talk about ethics.’ Hij spreekt moeizaam en met een gepijnigde blik. Hij denkt veel na. (In tegenstelling tot een aantal lieden die uitdrukkelijk niet nadenken en liever meteen hun blaffer bovenhalen.)

Onze gangster-moraalfilosoof denkt graag na over de ethische consequenties van de totale onberekenbaarheid. Hij hamert bijvoorbeeld op het belang van vriendschap. ‘Vriendschap is belangrijk,’ zegt hij, ‘want je moet in deze business toch weten wie je vrienden zijn en wie je vijanden.’ Hij verdedigt niet de vriendschap op zich. En op een ander moment prijst hij de ‘eerlijkheid’ van een van de kerels met wie hij te maken krijgt: ‘Je bent eerlijk. Dat kunnen we in deze business goed gebruiken.’ Uiteraard is de business waarvan sprake geenszins oorbaar. De waarden vriendschap en eerlijkheid worden hoogstens omwille van hun pragmatische merites gehuldigd.

De gebroeders Coen verkennen de stijlfiguren van het gangstergenre, en houden de verteerbaarheid in de gaten door te lachen met het cool, door te goochelen met clichés en door, in een onbewaakt moment, te knipogen naar Hergé. ¶