5 maart 2016
zaterdag
ONBEREKENBAARHEID
© Miller's Crossing |
In Miller’s Crossing
(1990) tonen de gebroeders Coen geen Umwerting
aller Werte – daarbij komt onder boven te liggen, links rechts en vice
versa – maar een totále pervertering van goed en kwaad. Boven is onder en wit
is zwart, maar schrik niet als boven ook nog eens toevallig boven blijkt te
zijn, onder onder, wit wit en zwart zwart. Je moet met alle mogelijkheden
rekening houden, niets is zeker, laat staan voorspelbaar.
Ironie veronderstelt nog een waarheid en een duidelijke
moraal. Op een totale losgeslagenheid is cynisme het enige mogelijke antwoord.
In de doortrapte verbeelding van de scenaristen speelt een
van de gangsterbonzen voor moraalfilosoof. Hij spreekt de eerste woorden van de
film uit: ‘Let’s talk about ethics.’ Hij spreekt moeizaam en met een gepijnigde
blik. Hij denkt veel na. (In tegenstelling tot een aantal lieden die
uitdrukkelijk niet nadenken en liever
meteen hun blaffer bovenhalen.)
Onze gangster-moraalfilosoof denkt graag na over de ethische
consequenties van de totale onberekenbaarheid. Hij hamert bijvoorbeeld op het
belang van vriendschap. ‘Vriendschap is belangrijk,’ zegt hij, ‘want je moet in
deze business toch weten wie je vrienden zijn en wie je vijanden.’ Hij
verdedigt niet de vriendschap op zich. En op een ander moment prijst hij de
‘eerlijkheid’ van een van de kerels met wie hij te maken krijgt: ‘Je bent
eerlijk. Dat kunnen we in deze business goed gebruiken.’ Uiteraard is de
business waarvan sprake geenszins oorbaar. De waarden vriendschap en
eerlijkheid worden hoogstens omwille van hun pragmatische merites gehuldigd.
De gebroeders Coen verkennen de stijlfiguren van het
gangstergenre, en houden de verteerbaarheid in de gaten door te lachen met het cool, door te goochelen met clichés en
door, in een onbewaakt moment, te knipogen naar Hergé. ¶