12 maart 2016
zaterdag
ZALM / NESPRESSO
Ted Hughes schrijft op 8 oktober 1989 een brief aan Seamus
Heaney. Daarin vertelt hij wat hij vond van Heaneys bundel Quartet. Hij las de bundel op de Hebriden, waar hij op de loch van
Grimersta op zalm ging vissen. Er is dit jaar niet veel zalm, schrijft Hughes
nog, omdat er al diep in zee, nog voor de dieren het zoete water bereiken, op
gevist wordt met lange sleepnetten.
Het is een geliefd tijdverdrijf voor Ted Hughes, dat vissen.
Hij heeft vele visvakanties samen met zijn zoon Nicholas doorgemaakt, niet
alleen in Schotland maar ook in Alaska.
Hughes ziet in de gedichten, die hij zeer apprecieert, een
poging van Heaney om zijn ‘laren & penaten’ te recupereren. Na de dood van
zijn vader, nu hij dus ‘het nieuwe hoofd van de familie’ is geworden, draagt
hij er voortaan ‘als enige de zorg’ voor. De wisseling van de generaties gaat
gepaard met een ‘soort rituele investituur’. De ‘absolute, volwassen
verantwoordelijkheid voor jezelf’ is ‘nooit werkelijk mogelijk (…) zolang je
vader in leven is’.
Ik vind dit een bijzonder belangwekkende gedachte en vraag
mij af hoe deze wisseling, het niet meer gedekt zijn door de vaderlijke
autoriteit en het moeten opnemen van volwassenheid doordat de vaderfiguur
verdwijnt, zich in mijn leven heeft voltrokken. Er zijn goede en er zijn minder
goede manieren om dit scenario in te vullen. Maar wat zijn de gevolgen van de
minder goede? (Ted Hughes, Ik wil nooit
vergeven worden, 444) ¶
|
‘U kunt niet twijfelen aan het bestaan van de hel. U leeft
er immers in.’ Dat zegt een van de personages in The American van Anton Corbijn (2010) en het klinkt pertinent. Maar
het komt niet aan. Corbijn doet zijn best om een meeslepende thriller te maken
met meedogenloze schurken, maar zijn esthetiek staat hem in de weg.
Anton Corbijn is een zeer verdienstelijke fotograaf,
gespecialiseerd in rock-‘n-roll. In Control
(2007), een biografische film over Ian Curtis, de leider van de Britse cultband
Joy Division, slaagde hij erin om de visuele codes van de rockfotografie te
verzoenen met de vereisten van de movie
picture, het bewegende beeld. Met The
American, hoewel nooit onaangenaam of vervelend, slaagt Corbijn daar niet
in.
De fotografenknipoog naar Henri Cartier-Bresson ontgaat
fotografiekenners niet. Cartier-Bresson zette het Italiaanse bergdorp Sulmona
op de kaart – een aantal van zijn overbekende foto’s zullen wie naar The American kijkt beslist voor de geest
komen.
We krijgen trouwens de ene schitterende foto na de andere te
zien. Prachtige landschappen, zorgvuldige belichting, evenwichtige composities.
Maar ik kreeg net iets te veel het gevoel naar een toeristische promofilm te
kijken (eerst Zweden, dan de Abruzzen) en, met een koffiedrinkende George
Clooney, naar een publiciteit van Nespresso. Dat kwam het sérieux die nodig is
om me volledig in de plot onder te dompelen niet ten goede. ¶