vrijdag 18 maart 2016

vierenvijftig 159


11 maart 2016

vrijdag

LEUGENACHTIGHEID


Vijfentwintig over zeven, het reclameblok voor het nieuws van half acht is al begonnen. Belfius. Dat is een bank – ik weet nu ook niet meer of het een van die banken is die bijna over kop gingen en die de overheid, wij dus, moest redden en die dan snel een andere naam heeft aangenomen om niet meer te worden vereenzelvigd met alles wat was misgegaan, maar soit, het zal in elk geval een bank zijn die tegenwoordig 0,11 procent rente uitkeert op spaargeld, niet omdat ze dat graag doet maar omdat ze niet minder mág geven. Voorlopig nog niet. Welnu, die bank, Belfius dus, wekt me met de boodschap dat ze ‘zich 100 procent inzet voor 95 procent tevreden klanten’. Ik vind dat een merkwaardige reclameslogan. Dat je je 100 procent inzet, dat is eerlijk gezegd niet iets waar je mee uitpakt. Dat doe je gewoon, punt. Maar wat doe je met die 5 procent ontevreden klanten? Zeer bizar. Wat wil Belfius met dat openlijke mea culpa bereiken? Wil Belfius daarmee duidelijk maken het ook niet meer te weten, en dat ze daar bij de bank uit de hand eten van grotere machten?

Er wordt nogal met cijfers gegoocheld dezer dagen. Er zit een gat in de begroting. De bevoegde minister, een N-VA’er, zwijgt in alle talen. Terzake toont hoe al zijn partijgenoten van de camera wegvluchten. De burgemeester is gaan skiën – nochtans had hij als volksvertegenwoordiger aanwezig moeten zijn op het debat in de Kamer. In de Terzake-studio, ’s avonds, wordt dan toch iemand bereid gevonden om de hete aardappel te komen doorslikken: fractievoorzitter en partijideoloog Peter – what’s in a name? – De Roover, Vlaams-nationalist par excellence. (Het patroon begint trouwens heel erg op te vallen: telkens er minder prettig nieuws is, laat de burgemeester zijn secondanten opdraven om de kastanjes uit het vuur te halen of om de aandacht af te leiden (zoals eerder deze week met Bourgeois, die het ideetje van een Vlaamse grondwet kwam lanceren, waar buiten de N-VA werkelijk niemand van wakker ligt), om dan, bij nieuwsluwte, zelf weer op de proppen te komen en alle aandacht naar zich toe te zuigen, bijvoorbeeld met werkelijk middeleeuwse denkbeelden over de vluchtelingencrisis – denkbeelden waarvan Piet Chielens, conservator van het Ieperse oorlogsmuseum, eerder deze week zei dat een vergelijking met de jaren dertig wel degelijk niet uit de lucht gegrepen is.)

Ik dwaal af. Wat kwam Peter De Roover daar gisteren zeggen over het gat van 3,2 miljard euro in de federale begroting? Dat het geld weg is ‘omdat het naar de mensen is gegaan’.

Ik zou een bloemlezing kunnen maken van de verontwaardiging die deze uitspraak op het internet heeft losgeweekt.

Eerder op de dag lekte ook uit – en het was niet op de site van de onvolprezen satirici van De Rechtzetting, al had dat natuurlijk best gekund – dat er abusievelijk 3000 euro (op jaarbasis) te veel op het loonbriefje van minister van Financiën Johan Van Overtveldt was terechtgekomen. Dat was al vele malen aangeklaagd, door de PVDA denk ik, maar het werd gisteren pas toegegeven. Het wordt terugbetaald, werd beloofd. We zien het door de vingers, een rekenfoutje meer of minder. En wat is 3000 euro nu in vergelijking met een gat van 3 miljard, nietwaar?

De volgende dag maken de excellenties al duidelijk dat, gat of niet, de begroting in 2018 moet en zal kloppen. Aan de grote vermogens wordt niet geraakt. Ik ga alvast mijn geld van de bank halen denk ik dan, het brengt daar toch niets op.

Soms vraag ik mij af hoe het mogelijk is dat al die leugenachtigheid zomaar straffeloos kan passeren. Is het dan werkelijk misplaatste nostalgie om te verlangen naar een tijd – of die tijd nu in het verleden ligt dan wel in een utopische toekomst, laat ik in het midden – waarin de waarheid regeert en geen plaats is voor cynisme?

En dan valt mijn oog op de jampot voor mij op tafel – ik zit inmiddels aan het ontbijt.

Op die jampot, gekocht in de Carrefour, staat een label, alles in kapitalen: ‘PUR NATUR ORGANIC BIO ECO’. Op het etiket staat, in de gebruikelijke zéér kleine lettertjes, de samenstelling: biologische vruchten, biologische rietsuiker, 50 gram vruchten per 100 gram en 60 gram suikers per 100 gram – enfin, ik begrijp dat allemaal niet.

Kijk, dáár is het, onder meer, dat die schaamteloze leugenachtigheid begint die in onze wereld zo goed als alles – behalve een paar naïeve sullen zoals u en ik – vergiftigt. Een product dat bestaat uit 40 of 50 procent – het steekt niet nauw, zoals ons door onze bewindslieden wordt voorgehouden – samenstellende delen die niet biologisch zijn (geleermiddel pectine, voedingszuur, citroenzuur…) – kán niet ‘puur natur’, ‘organic’ ‘bio’ én ‘eco’ zijn. Het is met dat soort publicitaire schaamteloosheid dat de veralgemeende schaamteloosheid begint en manifest wordt in alle geledingen van de maatschappij.