11 maart 2016
vrijdag
LEUGENACHTIGHEID
Vijfentwintig over zeven, het reclameblok voor het nieuws
van half acht is al begonnen. Belfius. Dat is een bank – ik weet nu ook niet
meer of het een van die banken is die bijna over kop gingen en die de overheid,
wij dus, moest redden en die dan snel een andere naam heeft aangenomen om niet
meer te worden vereenzelvigd met alles wat was misgegaan, maar soit, het zal in elk geval een bank zijn
die tegenwoordig 0,11 procent rente uitkeert op spaargeld, niet omdat ze dat
graag doet maar omdat ze niet minder mág geven. Voorlopig nog niet. Welnu, die
bank, Belfius dus, wekt me met de boodschap dat ze ‘zich 100 procent inzet voor
95 procent tevreden klanten’. Ik vind dat een merkwaardige reclameslogan. Dat
je je 100 procent inzet, dat is eerlijk gezegd niet iets waar je mee uitpakt.
Dat doe je gewoon, punt. Maar wat doe je met die 5 procent ontevreden klanten?
Zeer bizar. Wat wil Belfius met dat openlijke mea culpa bereiken? Wil Belfius
daarmee duidelijk maken het ook niet meer te weten, en dat ze daar bij de bank
uit de hand eten van grotere machten?
Er wordt nogal met cijfers gegoocheld dezer dagen. Er zit
een gat in de begroting. De bevoegde minister, een N-VA’er, zwijgt in alle
talen. Terzake toont hoe al zijn partijgenoten van de camera wegvluchten. De
burgemeester is gaan skiën – nochtans had hij als volksvertegenwoordiger
aanwezig moeten zijn op het debat in de Kamer. In de Terzake-studio, ’s avonds,
wordt dan toch iemand bereid gevonden om de hete aardappel te komen
doorslikken: fractievoorzitter en partijideoloog Peter – what’s in a name? – De Roover, Vlaams-nationalist par excellence.
(Het patroon begint trouwens heel erg op te vallen: telkens er minder prettig
nieuws is, laat de burgemeester zijn secondanten opdraven om de kastanjes uit
het vuur te halen of om de aandacht af te leiden (zoals eerder deze week met
Bourgeois, die het ideetje van een Vlaamse grondwet kwam lanceren, waar buiten
de N-VA werkelijk niemand van wakker ligt), om dan, bij nieuwsluwte, zelf weer
op de proppen te komen en alle aandacht naar zich toe te zuigen, bijvoorbeeld
met werkelijk middeleeuwse denkbeelden over de vluchtelingencrisis –
denkbeelden waarvan Piet Chielens, conservator van het Ieperse oorlogsmuseum,
eerder deze week zei dat een vergelijking met de jaren dertig wel degelijk niet uit de lucht gegrepen is.)
Ik dwaal af. Wat kwam Peter De Roover daar gisteren zeggen
over het gat van 3,2 miljard euro in de federale begroting? Dat het geld weg is
‘omdat het naar de mensen is gegaan’.
Ik zou een bloemlezing kunnen maken van de verontwaardiging
die deze uitspraak op het internet heeft losgeweekt.
Eerder op de dag lekte ook uit – en het was niet op de site
van de onvolprezen satirici van De Rechtzetting,
al had dat natuurlijk best gekund – dat er abusievelijk 3000 euro (op
jaarbasis) te veel op het loonbriefje van minister van Financiën Johan Van
Overtveldt was terechtgekomen. Dat was al vele malen aangeklaagd, door de PVDA
denk ik, maar het werd gisteren pas toegegeven. Het wordt terugbetaald, werd
beloofd. We zien het door de vingers, een rekenfoutje meer of minder. En wat is
3000 euro nu in vergelijking met een gat van 3 miljard, nietwaar?
De volgende dag maken de excellenties al duidelijk dat, gat
of niet, de begroting in 2018 moet en zal kloppen. Aan de grote vermogens wordt
niet geraakt. Ik ga alvast mijn geld van de bank halen denk ik dan, het brengt
daar toch niets op.
Soms vraag ik mij af hoe het mogelijk is dat al die
leugenachtigheid zomaar straffeloos kan passeren. Is het dan werkelijk misplaatste
nostalgie om te verlangen naar een tijd – of die tijd nu in het verleden ligt
dan wel in een utopische toekomst, laat ik in het midden – waarin de waarheid
regeert en geen plaats is voor cynisme?
En dan valt mijn oog op de jampot voor mij op tafel – ik zit
inmiddels aan het ontbijt.
Op die jampot, gekocht in de Carrefour, staat een label,
alles in kapitalen: ‘PUR NATUR ORGANIC BIO ECO’. Op het etiket staat, in de
gebruikelijke zéér kleine lettertjes, de samenstelling: biologische vruchten,
biologische rietsuiker, 50 gram vruchten per 100 gram en 60 gram suikers per
100 gram – enfin, ik begrijp dat allemaal niet.
Kijk, dáár is het, onder meer, dat die schaamteloze
leugenachtigheid begint die in onze wereld zo goed als alles – behalve een paar
naïeve sullen zoals u en ik – vergiftigt. Een product dat bestaat uit 40 of 50
procent – het steekt niet nauw, zoals ons door onze bewindslieden wordt
voorgehouden – samenstellende delen die niet
biologisch zijn (geleermiddel pectine, voedingszuur, citroenzuur…) – kán
niet ‘puur natur’, ‘organic’ ‘bio’ én ‘eco’ zijn. Het is met dat soort
publicitaire schaamteloosheid dat de veralgemeende schaamteloosheid begint en
manifest wordt in alle geledingen van de maatschappij.