13 maart 2016
zondag
DEBAT
Ik bekijk het ‘debat’
in De Zevende Dag tussen de burgemeester van Antwerpen en de voorzitter van
Groen. Het gaat over de vluchtelingencrisis en het gat in de begroting. Los van
het inhoudelijke – dat laat ik aan anderen over – probeer ik bij mezelf mijn
emoties te registreren. Louter als reactie op de lichaamstaal, de manier van
spreken, de retoriek.
Over de moderator – ik vergeet altijd zijn naam, dat zal ook
wel iets betekenen – kan ik kort zijn. Die man beheerst zijn vak niet, hij is
niet in staat orde in het gesprek aan te brengen. Hij vergeet dat hij, wanneer
de gesprekspartners duidelijk niet van plan zijn de spelregels te respecteren,
over de macht beschikt om hen tot de orde te roepen. En hij bejegent hen niet
op dezelfde manier. Ik denk niet dat dit met politieke overtuiging te maken
heeft, wel met persoonszwakte.
Ik vond Meyrem Almaci zeer sterk. En ik herhaal het: ik heb
het hier niet over ideeën. Zij gaf duidelijk te kennen dat zij de manier van
discussiëren van haar gesprekspartner niet waardeert, en zij slaagde erin
ondanks diens verbaal geweld toch het belangrijkste te zeggen van wat zij zich
had voorgenomen te zeggen. Haar vriendelijkheid, beleefdheid en geduld vind ik
niet minder dan bewonderenswaardig – ik kan alleen maar hopen dat de meeste
kijkers dit ook vinden. Het enige wat zij fout deed was iets te vaak meewarig
lachen en de ogen neerslaan. Maar zij had natuurlijk de pech (?) dat dit
telkens in beeld werd gebracht.
De burgemeester van Antwerpen was ten voeten uit zijn
arrogante zelf. En opnieuw: ik heb het hier niet over inhoud. Zelf toch niet de
allergrootste, had hij het voordeel van zijn gestalte, waardoor hij letterlijk
op zijn wel heel klein uitgevallen tegenspeelster neerkeek. Voeg daarbij het
superkeurige pak, de sceptische waterige blik, de schampere trek om de mond en
af en toe de ironisch opgetrokken wenkbrauwen, en je kreeg het hele gamma van
superioriteitsgevoel en misprijzen. Ook de onhebbelijke gewoonte om, als hij
dan een zeldzame keer niet onderbreekt, voortdurend geluidjes te produceren die
geen ander doel hebben dan de opponent te destabiliseren, vind ik hoogst
onsympathiek en van weinig respect getuigen.
Het was een dovemansgesprek. Maar niemand had iets anders
verwacht. Ieder heeft zijn standpunt en gaat zich daar natuurlijk niet van af
laten brengen in een televisiedebat. Achter beide sprekers gaat een achterban
schuil, die al even onvoorwaardelijk stug is in de opinie. De tegenstelling is
groot, de aversie voor de andere zijde navenant. Toch durf ik mij hier af te
vragen of er ten aanzien van de burgemeester van Antwerpen ook emoties beginnen
mee te spelen die normaal gezien in de politiek, hoe groot ook de
tegenstellingen, niet horen mee te spelen. Ik kan alleen maar hopen dat deze
man, die bij het bespelen van de media niets in de weg wordt gelegd, vlug,
conform zijn grote ego, het te kleine Vlaanderen achter zich zal laten om het
in de internationale politiek waar te maken. Dat zou hem hier dan toch al iets
minder zichtbaar en beschikbaar maken. En dan kunnen de anderen misschien weer
uitkijken naar hoffelijkere en menselijkere debatten. Naar debatten tout court. ¶