zondag 20 maart 2016

vierenvijftig 161


13 maart 2016

zondag

DEBAT

Ik bekijk het ‘debat’ in De Zevende Dag tussen de burgemeester van Antwerpen en de voorzitter van Groen. Het gaat over de vluchtelingencrisis en het gat in de begroting. Los van het inhoudelijke – dat laat ik aan anderen over – probeer ik bij mezelf mijn emoties te registreren. Louter als reactie op de lichaamstaal, de manier van spreken, de retoriek.

Over de moderator – ik vergeet altijd zijn naam, dat zal ook wel iets betekenen – kan ik kort zijn. Die man beheerst zijn vak niet, hij is niet in staat orde in het gesprek aan te brengen. Hij vergeet dat hij, wanneer de gesprekspartners duidelijk niet van plan zijn de spelregels te respecteren, over de macht beschikt om hen tot de orde te roepen. En hij bejegent hen niet op dezelfde manier. Ik denk niet dat dit met politieke overtuiging te maken heeft, wel met persoonszwakte.

Ik vond Meyrem Almaci zeer sterk. En ik herhaal het: ik heb het hier niet over ideeën. Zij gaf duidelijk te kennen dat zij de manier van discussiëren van haar gesprekspartner niet waardeert, en zij slaagde erin ondanks diens verbaal geweld toch het belangrijkste te zeggen van wat zij zich had voorgenomen te zeggen. Haar vriendelijkheid, beleefdheid en geduld vind ik niet minder dan bewonderenswaardig – ik kan alleen maar hopen dat de meeste kijkers dit ook vinden. Het enige wat zij fout deed was iets te vaak meewarig lachen en de ogen neerslaan. Maar zij had natuurlijk de pech (?) dat dit telkens in beeld werd gebracht.

De burgemeester van Antwerpen was ten voeten uit zijn arrogante zelf. En opnieuw: ik heb het hier niet over inhoud. Zelf toch niet de allergrootste, had hij het voordeel van zijn gestalte, waardoor hij letterlijk op zijn wel heel klein uitgevallen tegenspeelster neerkeek. Voeg daarbij het superkeurige pak, de sceptische waterige blik, de schampere trek om de mond en af en toe de ironisch opgetrokken wenkbrauwen, en je kreeg het hele gamma van superioriteitsgevoel en misprijzen. Ook de onhebbelijke gewoonte om, als hij dan een zeldzame keer niet onderbreekt, voortdurend geluidjes te produceren die geen ander doel hebben dan de opponent te destabiliseren, vind ik hoogst onsympathiek en van weinig respect getuigen.

Het was een dovemansgesprek. Maar niemand had iets anders verwacht. Ieder heeft zijn standpunt en gaat zich daar natuurlijk niet van af laten brengen in een televisiedebat. Achter beide sprekers gaat een achterban schuil, die al even onvoorwaardelijk stug is in de opinie. De tegenstelling is groot, de aversie voor de andere zijde navenant. Toch durf ik mij hier af te vragen of er ten aanzien van de burgemeester van Antwerpen ook emoties beginnen mee te spelen die normaal gezien in de politiek, hoe groot ook de tegenstellingen, niet horen mee te spelen. Ik kan alleen maar hopen dat deze man, die bij het bespelen van de media niets in de weg wordt gelegd, vlug, conform zijn grote ego, het te kleine Vlaanderen achter zich zal laten om het in de internationale politiek waar te maken. Dat zou hem hier dan toch al iets minder zichtbaar en beschikbaar maken. En dan kunnen de anderen misschien weer uitkijken naar hoffelijkere en menselijkere debatten. Naar debatten tout court. ¶