dinsdag 8 maart 2016

los ingeslagen 310 / droom # 94



27 januari 2002

Droom: Ik rijd met P. over Duitse snelwegen. We rijden vele tientallen kilometer om doordat we onzorgvuldig zijn omgesprongen met de kaart. We rijden tot we een wegwijzer ‘Darmstadt’ zien, die om de een of andere reden verlossing lijkt te beloven…

*

P. is aan het herschikken en verhuizen. Het kunstboekenrek stort in. Naar aanleiding daarvan zegt P., duidelijk geschrokken en naar eigen zeggen ternauwernood aan het rek en zijn lading ontkomen, dat ze ‘ziek’ wordt van al die boeken. Ik bespeur achter die woorden een minder prettig aanvoelende betekenislaag.

*

T. antwoordt ‘door de deur gaan’, wanneer ik hem vraag wat hij nu aan het doen is. Ik vraag het op het ogenblik dat hij de deur openduwt. En hij antwoordt ‘hier en in Australië’, wanneer zijn moeder hem vraagt of hij haar geen twee plaatsen had kunnen noemen die nóg verder uit elkaar liggen dan de voordeur en de slaapkamer (…)… In die fase is hij nu dus aanbeland. ‘Astrant’, zeiden ze bij mij vroeger. ‘Brutaal’, ja, maar niet gespeend van humor, toch.

*

Ondertussen zit ik wel met de vraag wat me doet denken dat ik mijn vader in Riva del Garda moet gaan opzoeken. De brief die ik deze week van hem heb ontvangen, een brief die niets anders lijkt dan een schreeuw om aandacht? Mijn geweten? Mijn belangstelling als would-be-familie-archivaris, die me doet beseffen dat ik nú moet handelen als ik de eindjes van mijn uiteengevallen voorgeschiedenis alsnog aan elkaar wil knopen? T.’s expliciete (en vanmorgen op de wandeling nog eens bevestigde) verlangen om zijn grootvader nog eens terug te zien?