donderdag
SPINDOCTORS
Hoe zou het zijn om opnieuw in een eenduidige wereld te
kunnen leven? Een wereld min of meer als de wereld waarin ik nog ben
opgegroeid, de wereld die de wereld van mijn ouders was en ook nog van mijn
jongere zelf. Alles was min of meer duidelijk, de bakens waren uitgezet (die waren
er nog!), je wist min of meer wat je kon verwachten en liegen deed je niet. Dat
hoorde niet. De waarheid was nog sterk genoeg om te heersen: leugenaars vielen
dra door de mand. Hypocrisie bood een uitweg, jawel. Maar altijd slechts
tijdelijk. En bovendien bleef een dergelijke houding als een smet op je kleven.
Hypocrisie werd je, net als de leugen, waar zij niet wezenlijk van verschilt,
niet in dank afgenomen. Consistentie, rechtlijnigheid en eerlijkheid werden hoe
dan ook als deugd hoger aangeslagen.
Velen kijken neerbuigend terug op die tijd. Katholiek
Vlaanderen. De zegening van een rigoureus protestantisme eventueel, recht in de
leer. Ik zeg: er waren aberraties, onnodige vernederingen en niet te billijken
usurpaties, vast en zeker, maar niet alles was fout.
Akkoord, je werd van alles wijsgemaakt, er werd een wortel
aan een stok voor je neus gehouden, en met de oren van een denkbeeldige ezel op
je kop werd je in de hoek te schande gezet als je iets had mispeuterd. Maar dat
had allemaal het voordeel van de duidelijkheid. En je kon ervan leren. Nu is
alles – of toch veel te veel (zie mij hier een slag onder de arm houden) – leugen,
strategie, berekening, ironie en dubbele bodem. Bij de beluistering van wat
iemand anders te zeggen heeft, moeten we voortdurend onze interpretatieve
vermogens mobiliseren. Argwaan is, qua houding, de norm geworden. Al te veel
boodschappen zijn onoprecht en moeten gedecodeerd worden. Het vertrouwen is
zoek. Als iedereen de waarheid, zijn waarheid, verkondigt, heerst de leugen
overal. We worden, net als vroeger, beduveld, maar nu op een minder opzichtige en
tegelijk veel complexere manier. Is dat een vooruitgang?
Wat is oprechtheid? Oprecht is de spreker die bedoelt wat
hij zegt. Die open is over zijn bedoelingen.
Waar geen vertrouwen meer heerst, wordt oprechtheid nogal gemakkelijk gelijkgesteld met naïviteit. Wie al zijn kaarten op tafel legt, is een loser. Slim ben je als je altijd nog iets achter de hand houdt, als je niet in je kaarten laat kijken. Als je het medium waarin je aan het woord komt weet te bespelen.
Politici zijn daar sterk in. Van hun spindoctors leren ze hoe het moet.
Vroeger, toen alles beter was, waren er nog geen
spindoctors. De waarheid had haar rechten. Niet dat politici niet logen, maar
ze deden het nog zélf en hadden daar een speciaal talent voor nodig. Ze bluften
met bravoure. Maar bluf blijft niet duren.
Politiek was een theater. Nu is het dat ook, maar dan wel
van het minimalistische soort. Politiek is in een tijd van veralgemeende leugen
verworden tot een theater dat niets meer voorstelt. De échte functie van
politiek is niet haar volte maar haar holte – politiek creëert de leegte die
als de plek fungeert waar de werkelijke beslissingen worden genomen: ver van
het gewoel aan de oppervlakte en de misleidende glinsteringen van de duizend
meningen die even snel verdwijnen als ze zijn gekomen. ¶