vrijdag 4 maart 2016

vierenvijftig 145


26 februari 2016

vrijdag

SEIZOEN

© Canvas
‘Straks hebben we weer het vluchtelingenseizoen,’ zegt de burgemeester. ‘Het vluchtelingenseizoen?’ probeert de interviewster. ‘Klinkt dat niet een beetje bitter?’ ‘Maar neen,’ zegt de burgemeester, ‘waarom zou dat bitter zijn? Het is toch zo? Het vluchtelingenseizoen: als de weersomstandigheden verbeteren, zullen er nog veel meer vluchtelingen de oversteek wagen en dwars door Europa noordwaarts wandelen naar de landen met de gulste voorzieningen.’ De burgemeester (een Vlaams-nationalist) schaart zich volledig achter de recente harde uitspraken van de gouverneur van West-Vlaanderen (een christen-democraat) en de burgemeester van Brugge (een socialist), die er als de dood voor zijn dat er aan onze kust een tentenkamp zou ontstaan zoals dat van Calais, dat een dezer dagen met bulldozers zal worden opgeruimd. In het parlement brengen volksvertegenwoordigers ondertussen deze mogelijke verschuiving van de vluchtelingenstroom ongegeneerd in verband met het nakende toeristische kustseizoen. ‘We willen toch niet dat de aanwezigheid van illegalen tot een terugval van het toerisme aan onze kust leidt?’ is de onderliggende gedachte.

Het woord ‘seizoen’ heeft een nieuwe connotatie gekregen. ¶