© npo |
26 december 2015
zaterdag
‘Kom nader’ is een mooie titel voor een
portret van een ongenaakbare man. Boudewijn de Groot is een van mijn
helden. Ik ben, net zoals voor Beatles en Stones, net iets te laat geboren om
het van in het begin allemaal te hebben kunnen meemaken, en het gevolg is dat
ik, nu nog steeds, enkele van zijn latere albums het meest koester: Waar ik woon en wie ik ben, Van een afstand. Gisterenavond viel ik
binnen in het laatste derde van dat tv-portret (ik had mij voorgenomen ernaar
te kijken maar was het natuurlijk vergeten), en ik was meteen verkocht: het is
doordacht en betrokken gemaakt, niet helemaal onkritisch toch ook. Suzanne Raes
assembleerde beelden die het leven en de carrière van Boudewijn de Groot
illustreren, en mengde ze met een the
making of van een nieuw lied dat Boudewijn schreef over zijn vader: ‘Kom
nader’. Raes wijst op de parallellen tussen de relatie van Boudewijn de Groot met
zijn vader en die van hemzelf met zijn eigen kinderen. We zien het relaas van
een leven vol breuklijnen, verlating, herbeginnen. Mooi is de anekdote die
wordt opgedist over hoe Boudewijn reageerde op de dood van zijn tekstschrijver
Lennaert Nijgh. Hij verloor prompt zijn stem, waardoor hij zelfs een paar
optredens moest laten annuleren. En dan is er de zoon Jimmy, ja die van het bekende
lied, die het toch maar bitter vindt dat zijn vader in de song ‘Vertrek’ (op Van een afstand) zingt: ‘In de mist
wacht het vliegtuig op vertrek / Naar een land ver weg in het westen / Ga je
mee met mij of blijf je liever hier? / Dat weet je zelf wel het beste.’ Jim de
Groot: ‘Dat gaat over míjn leven. Ik was toen pas acht. Prachtig nummer, daar
niet van, maar ik word er misselijk van. Leg het maar bij ons neer, mafkees!’
(fragment op 1:12:10). In het zog van dit programma krijg ik op Facebook nog
eens ‘Travestie’
te horen, een van De Groots betere nummers, vind ik. Hier hoor je zijn donkere
kant, wellicht is het net daardoor zo’n sterk nummer. En hetzelfde geldt voor ‘Als het bericht slecht is,
dood je de boodschapper’. ¶
Stilaan vergeten gebaren, opgediept uit de herinnering: hoe iemand
een pas aangebroken pakje tegen de tafel tikt zodat de eerste sigaretten er een
beetje uitschuiven; hoe dat pakje eerst aan de omstanders wordt voorgehouden
zodat ze zich kunnen bedienen; hoe met een, tussen duim en wijsvinger geknelde
filterloze sigaret eerst met een van beide uiteinden ervan een paar keer op de
tafel, op het pakje of op de duimnagel wordt getrommeld om de tabak wat aan te
kloppen. ¶