230118
▲ De voordeur van ons appartementsgebouw wordt vaker dan vroeger luidruchtig dichtgegooid sinds op de gelijkvloerse verdieping een psychiater zijn kabinet heeft gevestigd.
In elk straatje kom je priesters in ornaat tegen, nonnen en begijnen, oude vrouwen die niet meer in het leven geloven en norse, kapotgewerkte mensen die erbij lopen alsof ze niets met elkaar te maken willen hebben. Als een groot klooster met talrijke grijze nissen en verborgen gangen is deze stad [Brugge, pc] als een klooster waarvan de bewoners de wereld om hen heen zijn vergeten en niet meer denken aan de voortsnellende tijd.
Stefan Zweig, Het land tussen de talen, 21