NOG ÉÉN KEER HET VERHAAL
Ik heb de eerste aflevering bekeken. Niets mis mee, ik kan best begrijpen dat veel mensen dit graag zien en/of goedgemaakt vinden. Leerzaam is het in elk geval ook, en zeker geschikt om te gebruiken in het onderwijs. Zo bekeken is het geld welbesteed. Al is het nog maar de vraag hoeveel elk weetje uiteindelijk kost. Weetjes als daar zijn: dat we nog altijd voor 2 procent neanderthaler zijn; dat de oorspronkelijke bewoners van onze contreien donkerhuidig waren; dat ze eerst nog eens, verjaagd door de ijstijd, wegtrokken alvorens zich hier definitief te vestigen; dat de introductie van de landbouw relatief laat en pas na duizenden jaren van steriel jagen-verzamelen de aanzet gaf tot de ontwikkeling van wat wij nu de ‘moderne’ beschaving noemen. Men mag zich afvragen of al die kostumering en re-enactment nodig zijn voor de didactische overdracht van deze weetjes, die toch niets toevoegen aan de al op andere manieren beschikbare en al dan niet parate kennis – of wordt hier tegemoetgekomen aan het door overvloedige beeldcultuur platgeslagen absorptievermogen van de hedendaagse televisieconsument?
Maar goed, ik kan leven met ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Maar nog altijd niet met de bedoeling achter dit programma.
Wat, als het programma het middel is, is het doel? Het antwoord hangt af van wie de vraag stelt: het productiehuis, de Vlaamse overheid, de wetenschappers, de kijker. De VRT moet die vraag niet stellen want dat doet de politiek wel voor haar.
Als we het mogen geloven, is de chronologie als volgt: het productiehuis De Mensen koopt het idee van de Deense bedenkers (die eerder ‘Het verhaal van Denemarken’ hebben gemaakt) en gaat dan voor subsidiëring aankloppen bij de Vlaamse overheid. Deze overheid, waar veel macht in Vlaams-nationalistische handen zit, beschouwt de vraag als een godsgeschenk: dat ze daar niet zelf op gekomen is om een van de belangrijkste punten van haar regeerakkoord te verwezenlijken, te weten ‘het bevorderen van de Vlaamse identiteit’! En dus gooit ze er, puttend uit tal van bronnen, een smak geld tegenaan. Vlaamse overheid blij, De Mensen blij (het productiehuis welteverstaan).
Die chronologie is dus wel belangrijk! Het omgekeerde (overheid engageert productiehuis) zou namelijk niet garanderen dat de concrete invulling van dit ‘verhaal van Vlaanderen’ autonoom had kunnen gebeuren. Dat verklaart waarom – naar verluidt – het wel eens zou kunnen dat de Vlaams-nationalisten op het einde van de rit misschien niet zo tevreden zullen zijn aangezien de programmamakers, gedreven door hun streven naar objectiviteit en daarin bijgestaan door een wetenschappelijk comité, niet anders hebben kunnen doen dan enkele Vlaams-nationalistische ‘mythen’ te ‘demystificeren’. Zoals bijvoorbeeld de Guldensporenslag, u weet wel: dat hommeles aan de Gaverbeek, één jaar voor het eerste bal van de oudstrijders ervan en twee jaar voor de Slag bij de Pevelenberg, waar alle geboekte winst ongedaan werd gemaakt.
Ja, de Pevelenberg, ofte Mons-en-Pévèle, waar elk jaar in Parijs-Roubaix de grote schifting wordt doorgevoerd.
Demystificatie? Waar heb ik die term nog gelezen? Inderdaad, in het boek De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië! Samenstelster Anne Morelli begint haar inleiding met de in 1996 nog niet, zoals nu wel het geval is, volledig ingeburgerde stelling: ‘Vanaf de oudheid heeft de historicus de machthebbers bezongen, hun veroveringen gelegitimeerd, vanuit het verleden hun identiteit bepaald en hun voorouderlijke deugden verheerlijkt. Hij stond in voor het imaginaire aspect van de natie door het zijn wortels in de voorbije eeuwen te geven.’ (11)
Let wel, Morelli heeft het hier over België – maar het kan evengoed over Vlaanderen gaan. Geschiedschrijving kan worden aangewend, mogelijk misbruikt, om de macht van de machthebbers te legitimeren. De ‘identiteit’ fungeert daarbij als lok- of glijmiddel. (Dat laatste is mijn toevoeging.)
Het doel en de middelen. Het doel (‘het bevorderen van de Vlaamse identiteit’) heiligt de middelen, in dit geval het in vergelijking met andere televisieproducties zwaar gesubsidieerde programma ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Maar heiligt dit middel het doel? Dat is een andere vraag. Hoe goedgemaakt het programma ook moge zijn, ik zie er geen rechtvaardiging in van de beleidsoptie ‘het bevorderen van de Vlaamse identiteit’, dat per slot van rekening een op en top negentiende-eeuws natievormend streven is. Een opgedrongen nationalisme verspreidt, althans volgens mij, kwalijke geuren.
Zie ook mijn vorig stukje over deze kwestie: https://pascaldigital.blogspot.com/2023/01/notitie-337.html
Anne Morelli (red.), De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië (1996), vertaling door Ann De Laet en Johan De Roey van Les grands Mythes de l’histoire de Belgique, de Flandre et de Wallonie (1995)