FILE IN HET SANITAIR
U zult mij niet horen zeggen dat alcohol een onschuldig product is. Dat op tijd en stond een neut geen kwaad kan. Dat er te pas en te onpas, en liefst al van bij het middagmaal, moet worden geschonken en geklonken. Enige oplettendheid is geboden. Het goedje heeft, in al zijn verleidelijke gedaanten en distillaten, wel degelijk addictieve bijwerkingen. Het ondermijnt, indien niet met mate genuttigd, lever en leden. En leven. Dat is allemaal juist.
Maar te veel is te veel.
Ik verklaar mij nader. Ik heb mezelf per 1 januari drooggelegd. We zijn aan het eind van de maand gekomen en ik moet zeggen: un mois sans heeft mijn gezondheid (santé in het Frans) geen kwaad gedaan. Ik slaap beter, een kilo of twee van de atomen die zich tot voor kort in mijn lichaam ophielden heeft elders in het universum een onderkomen moeten zoeken en ik geniet vooral van de psychische voldoening dat ik blijkbaar nog in staat ben om een gedragspatroon, dat zich in grote mate aan mijn vrije wil leek te hebben onttrokken, alsnog in een andere richting te duwen.
Dat heb ik zélf gedaan – en dáár heb ik het over wanneer ik zeg dat te veel te veel is. Want als ik zeg dat te veel te veel is, dan heb ik het niet over het niet-onschuldige product maar over de betutteling.
Ik neem De Standaard er even bij. Bijna elke dag is er wel een alcoholgerelateerd artikel.
25 januari: ‘Dertien alcoholvrije bieren
voor u getest’
26 januari: ‘Ierse waarschuwing op flessen wijn valt verkeerd in Italië’
28 januari: ‘Meer fans van minder alcohol’
28 januari: ‘Hoe schadelijk is drinken, ook als je het met mate doet?’
30 januari: ‘Is niet meer drinken het nieuwe marathon lopen?’
En dan zullen er nog wel andere plaatsen in de krant zijn geweest waar de lezers tot niet-drinken worden opgevoed. Of geconditioneerd, als u dat werkwoord eventueel zou verkiezen, wat ik niet uitsluit. Enfin, ik sluit het voor mezelf niet uit want er worden ons dezer dagen wel meer zaken subliminaal bijgebracht.
Ik herhaal, vooraleer u in uw pen kruipt om mij virtuele billenkoek te verkopen en het over kankers te hebben of huiselijk geweld of verkeersongelukken: alcohol ís schadelijk, er wórdt te veel gezopen, het overmatige gebruik ervan strekt níet tot aanbeveling. We kunnen eventueel nog discussiëren over waar precies ‘met mate’ in ‘overmatig’ overgaat, maar wees gerust – en ik herhaal de zin waarmee ik dit stukje begon: u zult mij niet horen zeggen dat alcohol een onschuldig product is.
Maar ik ben er ook van overtuigd, en ik zal dat altijd blijven, dat de hang naar roes van alle tijden is en er altijd zal zijn. Dat het uitbannen van het ene genotsmiddel na het ander het algemene welzijn níet ten goede komt. Dat een leven zonder conviviale uitbundigheid en op tijd en stond een exces vlak en géén leven is. Dat het ontraden en vervolgens verbieden van de ene drug de opkomst van de volgende alleen maar in de hand werkt. En dat we dan wel een rookvrije en straks alcoholvrije generatie in het leven mogen roepen, maar dat die in een ander gif soelaas zal zoeken voor de dagelijkse kommer en kwel en het onder ogen moeten zien van de eigen sterfelijkheid.
Nog twee artikels uit de krant:
31 januari: ‘Wat snuiven acteurs op de set
wanneer ze “coke” gebruiken?’
31 januari: ‘Lachgashulzen doen Brusselse verbrandingsovens stilvallen’
En dan hebben we het nog niet gehad over de ontsporende drugscriminaliteit en nog een paar andere vormen van chaos die je alvast met door regulering in goede banen geleide genotsmiddelen, noem het voor mijn part drugs, als tabak en alcohol niet of dan toch in veel mindere en in elk geval veel minder maatschappij-ontregelende mate hebt.
Gisteren had ik het erover met X, een vijftien jaar jongere vriend die zelf vaak contact heeft met kerels die nog eens vijftien jaar jonger zijn. X heeft dus zicht op een leeftijdscategorie waar ik nauwelijks nog iets van weet. Ja, de jongeren drinken minder, bevestigde X toen ik hem vertelde dat ik had gelezen dat dat zo was. Maar in de toiletten van het café waar ik wel eens kom, zei X, staat er een opvallend lange file. En dat is niet omdat ze allemaal tegelijk moeten gaan kakken.