voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen
6 mei 2011
ANIMAAL
Soms produceert een mens animale geluiden en geuren. Laten wij ons beperken tot
de geluiden, die zijn het gemakkelijkst te beschrijven. En het is ook niet zo
onsmakelijk, al kunnen sommige wel eens tot stank aanleiding geven. Geeuwen,
niezen, winden laten, maag- en darmgeluiden: dat zijn vaak ongecontroleerde of
zelfs oncontroleerbare geluiden die ons, hoe zal ik het zeggen, ontsnappen.
Maurice Merleau-Ponty, de ooit zeer bekende Franse fenomenoloog, sprak in dat
verband over les processus en troisième personne:
‘processen’ die zich weliswaar in ons maar dan
toch buiten onze wil om voltrekken.
Vertering, zenuwbanen, bloedsomloop. Maar ook knorknor ’s nachts in bed naast
de partner en lastige ontluchtingen des ochtends bij het ontwaken. Dat is
iemand anders, zeggen we dan. Niets mee te maken. En ja, dan doen we ook
ironisch. We veesten fier en wijzen over onze schouder iemand anders die er
niets mee te maken heeft aan als de schuldige.
Ja, die behoefte om altijd schuldigen aan te wijzen is zeer zeker on-animaal,
om niet te zeggen: menselijk. Een koe die een scheet laat, ziet niet om en
graast voort en je kunt haar zeker niet als zondebok aanwijzen voor de uitstoot
van broeikasgassen. Een koe is geen bok.
’t Zijn allemaal min of meer onschuldige zaken. Een knorrende maag, dat wordt
getolereerd. Daar kun je nu eens niets aan doen en echt last heb je er ook niet
van als je naast zo’n maagknorrer zit. Okselgeur of zweetvoeten, dat valt al
wat minder in de gratie want er bestaan middeltjes voor. Ik kan voor
respectievelijk oksel en voet de Silver Protect-spray van Nivea For Men en de
antitranspiratiegel Pedi Relax van Pierre Fabre, verkrijgbaar in de betere
apotheek, aanbevelen. Een bedorven adem, tja, dat is een structureler probleem.
Af en toe een wind de Umwelt insturen
kan de sociale cohesie schaden maar ook bevorderen. Enfin, ’t is een kwestie
van doseren en context. En van goede smaak.
Vormen van animaal gedrag: het zijn eigenlijk geen vormen van gedrag. Je moet
denken: een dier kan niet bewust een boer of een luchtje inhouden – en op hun
aberraties zijn onze, menselijke, ethische principes niet van toepassing. Als
de beleefdheid, de stijl, de sociale conventie er niets tegen vermogen, dan is
het veeleer een kwestie van lijdzaam ondergaan. Zoals ook de dieren doen,
waarmee we gemeen hebben dat we sterfelijk zijn en onvolkomen.
Afgezien van dat alles hebben mensen, mannen meestal, naast de eigenschap het
animale in zich minder goed te kunnen of te willen verbergen, ook het vermogen
om zich ‘als een beest’ te gedragen. Zo zegt men dat dan, maar het is in veel
van die gevallen, tussen ons gezegd en gezwegen, weinig complimenteus voor de
dieren.