З Новим роком
De talrijke nieuwjaarswensen op Facebook komen mij, hoe goedbedoeld ook, een beetje obligaat over. Je kunt moeilijk niet *niet* wensen, zeker als je ziet dat de meeste anderen het wél doen. Vaak ken je de mensen die je op die manier wensen stuurt helemaal niet. Ik heb het daarom ook altijd liever over Facebookcontacten dan over Facebookvrienden, maar goed. En aan de mensen die ik wel persoonlijk ken, daar zou ik misschien apart mijn wensen kunnen overmaken: los van Facebook, langs meer persoonlijke wegen, analoog, bijvoorbeeld *live*, oog in oog.
Maar goed, ik zal niet moeilijk doen: uiteraard wens ik iedereen die dit leest alle goeds voor het nieuwe jaar. Natuurlijk – laat daar geen twijfel over bestaan. Dus, beste vrienden en contacten: een vredevol, gelukkig en gezond 2023!
Toch wil ik het iets concreter maken, iets minder vrijblijvend.
Gisterenavond genoot ik van een oudejaarsfeestmaal waaraan ook twee volwassen vrouwen en een zestienjarige jongen uit Oekraïne deelnamen. Door de taalbarrière, die wij ondanks alle goede wil van beide kanten en Google Translate niet vermochten te slechten, bleven de drie toch wel wat van het feestgedruis afgezonderd. En wat deden zij? Juist, zij bekeken de beelden van een ánder gedruis: dat van de inslaande raketten waarop Poetin hun in het thuisland achtergebleven geliefden en hun steden op datzelfde moment trakteerde, bij wijze van jaaruitgeleide. Wat later volgden ze op de televisie de nieuwjaarstoespraak van hun president. Ik keek mee – uit een soort van belangstelling die niet veel meer dan piëteitsvol en volslagen machteloos kon zijn.
Mijn iets concretere nieuwjaarswens is dat deze waanzin zo spoedig mogelijk moge stoppen. Ik besef hoe geprivilegieerd ik ben dat ik nu kan zeggen dat ik nooit eerder in mijn 61-jarige leven zo rechtstreeks bij een oorlog betrokken ben geweest: vluchtelingen die aan dezelfde tafel waaraan ik geniet van het samenzijn bezorgd naar beelden op hun smartphone kijken en vervolgens moed tanken bij hun in kaki gehulde oorlogspresident.