Geel en zwart, roze en sneeuwwit, vormen van al die
kleuren, mannen, vrouwen en kinderen waren een ogenblik te zien aan de horizon
maar toen ze de brede gele strook zagen die over het gras lag, weifelden ze en
zochten ze schaduw onder de bomen; ze losten als druppels water op in de gele
en groene atmosfeer, die ze flauw kleurden met rode en blauwe vlekken (…)
Virginia Woolf, Maandag
of dinsdag, 60