zondag 27 januari 2019

van Dale 306-310


306
Van het mineraalwater en de zogenaamde Auschowitzbronnen beweerde Marie – en hierbij, zei Austerlitz, putte zij zich, met haar sterke gevoel voor het komische, uit in een waarlijk medisch-diagnostische coloratuur van woorden – dat men er bijzonder veel baat bij had als men leed aan de onder de bourgeoisie in die tijd wijd verbreide zwaarlijvigheid, aan onzuiverheid van de maag, traagheid van het darmkanaal en andere stagnaties in het onderlichaam, een onregelmatige menstruatie, verhardingen van de lever, stoornissen in de galsecretie, jicht, milthypochondrie, nierblaas- en urinewegklachten, ontstoken klieren en scrofuleuze misvormingen, maar ook aan een verzwakt zenuw- en spierstelsel, vermoeidheid, trillende ledematen, verlammingen, slijm- en bloedvloeiingen, hinderlijke huiduitslag en bijna elke andere denkbare ziekelijke aandoening.
W.G. Sebald, Austerlitz, 237-238

scrofuleus (bn.) betrekking hebbende op, of verband houdende met scrofulose, syn. klierachtig
scrofulose (de (v.)) tuberculose van de lymfeklieren, met als gevolg zwelling van de lymfeklieren, m.n. in de hals, syn. klierziekte

307
Ook herinner ik mij, voegde Austerlitz er nog aan toe, dat ze zonder uitzondering zo’n regencape van dunne, blauwgrijze perlon droegen zoals die tegen het eind van de jaren vijftig in het westen in de mode waren.
W.G. Sebald, Austerlitz, 245

perlon (het; g.mv.) (chem.) een uit caprolactam vervaardigde polyamide kunststof
caprolactam (het & de (m.); g.mv.) (stofn.) (chem.) 6-aminohexaanzuurlactam, een kleurloze vaste stof, bereid uit derivaten van cyclohexaan en gebruikt als grondstof voor nylon-6
polyamide (het) (chem.) kunststof waarvan de samenstellende moleculen door amideverbindingen aan elkaar zijn gekoppeld, syn. nylon
amide (het) (stofn.) 1 (anorganische chem.) van ammoniak afgeleide verbinding, waarin een van de waterstofatomen door een metaal is vervangen

308
(…) hoe er fatsoenlijk eten op borden werd geserveerd en het brood met witte tijkhandschoenen werd uitgereikt (…)
W.G. Sebald, Austerlitz, 274

tijk II (het; g.mv.) (stofn.) grove, damastachtige, stofdichte stof voor beddenzakken

309
(…) de dwarsdoorsnede van een slechts enkele uren oud biggetje waarvan de organen met behulp van chemische diafanisering transparant waren gemaakt en dat nu als een diepzeevis die nooit het daglicht zou zien, in de hem omringende vloeistof zweefde (…)
W.G. Sebald, Austerlitz, 298

diafaan (bn.) doorschijnend

310
(…) evenals, op de teratologische afdeling, monstruositeiten in alle denkbare en ondenkbare vormen (…)
W.G. Sebald, Austerlitz, 298

teratologie (de (v.)) leer van de misvormingen in de dieren- en plantenwereld