maandag 7 januari 2019

van Dale 270-275


270-274
Hij was in vol ornaat, met albe, amict, stola, tunica, dalmatiek, kazuifel, mijter, pectorale aan een groen koord, witte handschoenen, paarse sokken, schoenen in de liturgische kleur en kromstaf, en had acht misdienaren meegenomen, die het wierookvat, de monstrans, de hosties, de miskelk, het wijwatervat en zelfs een relikwie van een teenkootje van de heilige Zacheüs, schutspatroon van de herbergiers, in een antiek zilveren reliekhouder met kijkglas, die de bisschop uit een ander bisdom had laten overbrengen.
Ilja Leonard Pfeijffer, Grand Hotel Europa, 542

albe (de; -n) (r.-k.) lang wit miskleed van priesters, diakens en misdienaars
amict (de (m.); -en) (r.-k.) vierkante linnen doek die de priester draagt over hals en schouders onder de albe, syn. humeraal
stola (de; -‘s) 1 stool
stool (de (m.); stolen; -tje) (r.-k.) lange bandstrook, door de priester om de hals gedragen, door de diaken over de linkerschouder, tijdens de eucharistieviering, door de priester tevens bij het boetesacrament en bij zegeningen
dalmatiek (de (v.); -en) wit liturgisch overkleed, dat de diaken bij het assisteren in de mis draagt, syn. dalmatica
pectorale (het; -n) 2 (r.-k.) bisschoppelijk borstkruis, var. pectoraal 3 (r.-k., w.g.) siergesp waarmee een koorkap op de borst gesloten wordt, var. pectoraal
koorkap (de) (r.-k.) mantelvormig priesterkleed, in de processie, vespers, het lof enz. gedragen, syn. pluviale

275
Tegelijkertijd was ze druk aan het wieden, trok de dikke, taaie melganzenvoet uit de grond en gooide ze opzij om ze in de brandende zon te laten verdorren.
Tarjei Vesaas, De vogels, 48

melganzenvoet (de (m.)) naam voor de ganzenvoet, die bij ons algemeen is langs wegen, op bouwland en mesthopen (Chenopodium album)
ganzenvoet (de (m.)) 2 naam van een plantenfamilie met grote, hoekige bladeren (Chenopodium): algoede ganzenvoet, brave hendrik; rode, stinkende, veelbladige ganzenvoet; (veroud.) vijgbladige, witte of gladzadige ganzenvoet, melganzenvoet; kleverige ganzenvoet, druifkruid; zeegroene ganzenvoet; welriekende ganzenvoet