Bij het middageten, dat altijd met sagosoep begon, maakte hij half schertsend enkele leerrijke
opmerkingen tegen zijn echtgenote (…)
W.G.
Sebald, Austerlitz, 55
sago (de (m.);
g.mv.) (stofn.) voedingsmiddel bereid uit het merg van sommige palmsoorten
(m.n. de sagopalm) en enkele andere planten: inlandse sago, surrogaat van aardappelmeel; sago kloppen, bereiden
297
De kombofachtige
ruimte achter het scheikundelaboratorium was jaren niet in gebruik geweest (…)
W.G. Sebald, Austerlitz,
88
kombof (de; -s of
-fen) (gew.) schuurtje, hokje waarin gekookt en allerlei ruw keukenwerk
verricht wordt; – klein afgeschoten gedeelte van een vertrek
298
(…) in een van de kamers op de bovenverdieping van Andromeda
Lodge stond een kennelijk speciaal voor dit doel gebouwde muurkast waarin een
aantal dode soortgenoten van de kaketoes in donkergroene dozen waren
opgeborgen: hun roodbuikige en geelgehuifde broeders, blauwe ara’s,
inka-kaketoes en kea’s, macao’s,
valkparkieten en roodstaartpapegaaien (…)
W.G.
Sebald, Austerlitz, 95
kea (de (m.); -‘s)
grote roofzuchtige papegaaiensoort uit Nieuw-Zeeland (Nestor notabilis)
299
Die hadden hun wonderbaarlijke kameleontische leven
ontwikkeld in alle kleurschakeringen van het spectrum – kopergroen, scharlaken
en realgar, zwavelachtig geel en
fluweelzwart – in de rotskelken die elke dag tweemaal werden overstroomd door
de vloed en omspoeld door lange bossen zeewier en vervolgens, als het water
zakte, weer aan licht en lucht werden prijsgegeven.
W.G. Sebald, Austerlitz,
102-104
realgar (het,
g.mv.) (stofn.) rood zwavelarseen, syn. robijnzwavel
300
Misschien kwam het daardoor dat ik in het schemerdonker van
de zaal twee personen van middelbare leeftijd zag, gekleed in de stijl van de
jaren dertig, een vrouw in een lichte gabardinemantel met een hoed die scheef
op haar kapsel zat en naast haar een magere heer in een donker pak en met een collaar om zijn nek.
W.G. Sebald, Austerlitz,
157
collaar (het;
-s of collaren) witte van voren gesloten staande boord van r.-k. geestelijken,
var. collare