Het is altijd meegenomen als een foto meer dan één verhaal vertelt want soms is dat
ene te weinig om de aandacht te trekken en vast te houden. (Ik heb het niet
over de miljoenen foto’s waarop hoegenaamd niets
gebeurt.)
Inderdaad, vaak is de fotograaf uit op verhalen. Hij
probeert kleine feitjes, die zich in de werkelijkheid voordoen en meestal aan
de aandacht ontsnappen, vast te leggen. Wanneer hij die kleine gebeurtenissen,
die op zich meestal onbeduidend zijn, deel kan laten uitmaken van een
constellatie, kan er een soort van magie ontstaan, een beeldpoëzie – al probeer
ik dat woord, poëzie, zoveel mogelijk
te vermijden omdat het alles en dus niets zegt.
Bij dat vastleggen is vaak ook wat geluk gemoeid. Le moment décisif van Cartier-Bresson is
voor een deel een mythe, natuurlijk, want achter elke officiële en geslaagde,
op het zogenaamd beslissende moment vastgelegde foto van C-B schuilen tientallen
minder gelukte of ronduit mislukte beelden. Die blijven onontwikkeld en onbekend.
Met de zwart-witfoto was er wat geluk gemoeid: het
opgegooide flesje viel net niet terug
in de hand van de waterverkoper. Dit net-niet maakt deel uit van een
constellatie waarin ook de affiche op de voorgrond een rol speelt, meer bepaald
de uitgestoken hand daarin, die een beeldrijm vormt met de uitgestoken hand van
de waterventer. De affiche vertelt ons ook waar we zijn, wat we meteen kunnen
checken aan de hand van wat we te zien krijgen van het drukke plein waarop de
poort uitgeeft, en ondertussen gaat de figuur van de gefotografeerde fotograaf,
of filmer, natuurlijk ook een dialoog aan met de fotograaf die dit beeld maakt.
De kleurenfoto werd gemaakt op de overzichtstentoonstelling
Louise Bourgeois, die toen in Parijs liep, ik denk in het Centre Pompidou. Nu
valt het fotograferen niet meer in te dijken, maar toen was het in
expositieruimtes vaak nog verboden en dus diende het sluiks te gebeuren. Dat
verklaart het schots en scheve, de gammele kadrering en de grove korrel. Al die
reikende rode handen van Bourgeois lijken houvast te zoeken bij elkaar maar
raken elkaar – meestal – niet. De mevrouw in het groen rechts – interessant,
die complementaire kleuren rood en groen – brengt een lumineus idee ten uitvoer:
ze maakt een foto van haar eigen hand, terwijl ze voorwendt te reiken naar een van die
getekende handen. En ook hier zijn we getuige van een net-niet.
Parijs (F) –
080502
Parijs (F) – 080504