Zigeuners bedelden met jengelende jammerklachten terwijl
klatergoud blonk achter de bestofte ruiten van edelsmeden. Overal walmde kebab.
Een fotogenieke, tandeloze man met een rode fez op zijn woeste grijze krullen
probeerde fezzen te verkopen aan niet-bestaande toeristen. Een boos meisje met
pikzwart haar bracht op pikzwarte blote voeten tulpvormige glaasjes thee op een
koperen dienblad naar de discussiegroep onder de vijgenboom.
Ilja Leonard Pfeijffer, Grand Hotel Europa, 250