Het had een reeks kunnen worden. Ik stapte in Gent van
het station naar mijn werkafspraak. Mijn fototoestel stond ingesteld op het
meest horizontale formaat (16:9). En toen zag ik dat wuivende gras achter het
smeedwerkhek en voor die muur. Aan een verzakt rolluik was een politielint bevestigd. Beweging en stilstand;
het frisse groen tegenover verval; natuur versus mensenwerk. Maar heb ik
daarmee een goede foto?
Wat later, op de parking van mijn klant, die ook de
parking is van buur-snookerzaak, maakte ik een verwant beeld. Verwant vanwege
het formaat, maar ook vanwege de thematiek: dezelfde tegenstellingen. Maar
opnieuw kan ik mij de vraag stellen of ik daarmee een goede foto heb. Een
interessante foto?
Nu besef ik dat het pas iets wordt, of zou kunnen
worden, in een reeks. Ik zou mij
daarop kunnen toeleggen. Een reeks van gelijkaardige foto’s, telkens met een
strook groen die wordt afgewogen tegenover architectuur, binnen een consistent langwerpig
horizontaal formaat. Ik beeld mij in: een reeks van – ik zeg maar iets – zeven of
tien dergelijke foto’s, allemaal uitvergroot tot laat ons zeggen 1,60 op 0,90
meter, vrij groot in elk geval, op Dibond® afgedrukt en naast elkaar opgehangen
in een grote witte en lege ruimte. Ja, ik zie het zo voor mij.
Om maar te zeggen dat fotografen ook in reeksen kunnen
denken. En dan bestaat het werk niet uit die ene foto, maar uit het geheel van
thematisch en formeel verwante en zich in elkaar spiegelende, elkaar
versterkende beelden.
Gent – 080604
Gent – 080604