zondag 11 maart 2018

van Dale 31-35


31
Of in twee richtingen tegelijk, zoals spinnen en Bachs kreeftencanons dat doen, steeds verdergaande geurcombinaties en keuzeverwantschappen tussen wat een eindeloze reeks esters en parfums blijkt te zijn (…)
(André Aciman, Alibi’s, 17-18)

ester (de (m.); -s; -tje) (chem.) organische verbinding die ontstaat door reactie van een zuur met een alcohol

32
De stenen zijn geschiedenis-ingots, bij elkaar gepropt, gestouwd, samengepakt; als die allemaal konden spreken zou Venetië de luidruchtigste stad op aarde zijn, hoewel het de naam heeft de kunst van het sotto voce te hebben uitgevonden.
(André Aciman, Alibi’s, 136)

ingot (de (m.); -s) (langwerpig) blok metaal zoals het gegoten wordt en geschikt is om gewalst of gesmeed te worden, m.n. van staal, goud en zilver, syn. baar

33
(…) een Parijs waar de achttiende en negentiende eeuw over eerdere en latere eeuwen heen zijn gelegd op een niet minder betoverende manier dan Atgets foto’s van vieux Paris nog steeds albumineuze sepiatinten over het Parijs van vandaag kunnen werpen.
(André Aciman, Alibi’s, 145)

albumine (de) (stofn.) ben. voor een groep eiwitten van voornamelijk dierlijke oorsprong die in water oplosbaar zijn (bv. lactalbumine in melk)

34
Ze zochten klassinerend hun weg van de ene salon naar de volgende, en op het Place des Vosges was dat niet moeilijk.
(André Aciman, Alibi’s, 151-152)

klassineren (onoverg.; klassineerde, h. geklassineerd)(gew.) praten, redeneren

35
Machiavelli: na het middagmaal thuis keert de auteur van De heerser terug naar de herberg, waar hij het gezelschap zal zoeken van de gastheer, een slager, een molenaar, en twee ovenisten.
(André Aciman, Alibi’s, 167)

ovenist (de (m.)) werkman in een brood- of aardewerkfabriek of een gieterij belast met het toezicht op de oven, vr. oveniste