31
Of in twee richtingen tegelijk, zoals spinnen en Bachs
kreeftencanons dat doen, steeds verdergaande geurcombinaties en
keuzeverwantschappen tussen wat een eindeloze reeks esters en parfums blijkt te zijn (…)
(André
Aciman, Alibi’s, 17-18)
ester (de (m.);
-s; -tje) (chem.) organische verbinding die ontstaat door reactie van een zuur
met een alcohol
32
De stenen zijn geschiedenis-ingots,
bij elkaar gepropt, gestouwd, samengepakt; als die allemaal konden spreken zou
Venetië de luidruchtigste stad op aarde zijn, hoewel het de naam heeft de kunst
van het sotto voce te hebben uitgevonden.
(André
Aciman, Alibi’s, 136)
ingot (de (m.);
-s) (langwerpig) blok metaal zoals het gegoten wordt en geschikt is om gewalst
of gesmeed te worden, m.n. van staal, goud en zilver, syn. baar
33
(…) een Parijs waar de achttiende en negentiende eeuw over eerdere en
latere eeuwen heen zijn gelegd op een niet minder betoverende manier dan Atgets
foto’s van vieux Paris nog steeds albumineuze sepiatinten over het Parijs
van vandaag kunnen werpen.
(André Aciman, Alibi’s,
145)
albumine (de)
(stofn.) ben. voor een groep eiwitten van voornamelijk dierlijke oorsprong die
in water oplosbaar zijn (bv. lactalbumine in melk)
34
Ze zochten klassinerend
hun weg van de ene salon naar de volgende, en op het Place des Vosges was dat
niet moeilijk.
(André Aciman, Alibi’s,
151-152)
klassineren
(onoverg.; klassineerde, h. geklassineerd)(gew.) praten, redeneren
35
Machiavelli: na het middagmaal thuis keert de auteur van De heerser terug naar de herberg, waar
hij het gezelschap zal zoeken van de gastheer, een slager, een molenaar, en
twee ovenisten.
(André Aciman, Alibi’s,
167)
ovenist (de (m.))
werkman in een brood- of aardewerkfabriek of een gieterij belast met het
toezicht op de oven, vr. oveniste