de winter van 2018 – 42
138 – De gescheidenen onder ons kennen het fenomeen, althans
de gescheidenen die, zoals dat dan heet, met hun exen nog steeds of opnieuw
goed overeenkomen – die ‘in goede verstandhouding leven’ –: dat ze, door een of
andere omstandigheid daartoe genoodzaakt, iets samen ondernemen en zich daarbij
afvragen of het niet allemaal ánders had kunnen gelopen zijn.
Dáárover gaat de film La tendresse (2013) van Marion Hänsel.
Lise (Maryline Canto) en Frans (Olivier Gourmet) zijn al een
paar jaar gescheiden. Ze krijgen een bericht uit de Franse Alpen: hun zoon Jack
(Adrien Jolivet) heeft een skiongeluk gehad. Ze gaan hem samen ophalen. De
Alpen liggen een dag rijden van Brussel: lang genoeg om tijdens de lange gezamenlijke
autorit iets van de vroegere vertrouwdheid te herbeleven. Hänsel toont dat met
kleine details, onbeduidend op zich maar rijk van betekenis als het gaat over
de manier waarop twee mensen er een tijd in geslaagd zijn om in symbiose met
elkaar te leven: het doorgeven van een fles water of een sandwich, de commentaar
op het rijgedrag van de chauffeur, het openen van het raampje wanneer een
sigaret wordt opgestoken, het ongerust worden wanneer de partner, de ex-partner, iets te lang in de sanitaire
voorziening van de stopplaats blijft.
Zoonlief blijkt behalve in zijn verband ook verwikkeld te
zijn in de eerste dagen van een amourette, wat dan uiteraard een mooi contrast
oplevert met de mislukte verhouding van zijn ouders – ook al is bij hen blijkbaar
een residu van tendresse
overgebleven. Na een hele rit heen in één auto en na een nachtje Alpen (tijdens
dewelke Lise de sterrenhemel bewondert, waardoor ze het hele verhaal op
kosmologische wijze weet te relativeren) krijgen we ook nog eens de rit terug
met twéé wagens. Onderweg geeft Lise de zeeman Léo (Sergi López) een lift. En deze
Léo verblijdt haar met een mooi compliment met betrekking tot haar inderdaad –
dat heeft Léo zeer goed opgemerkt – ravissante uiterlijk.
La tendresse is
een mager beestje. Niet dat ik mij verveeld heb, maar naast het dunne
verhaaltje – waarin het Hänsel eigenlijk alleen om het hierboven omschreven ‘fenomeen’
lijkt te gaan – valt er cinematografisch of cinematechnisch of cinefiel erg
weinig te beleven.