zaterdag 3 maart 2018

Marc Reugebrink, Het Belgisch huwelijk


de winter van 2018 – 36

132 – Zowel in Wedervaring van Bodo Kirchhoff als in Het Belgisch huwelijk van Marc Reugebrink is het hoofdpersonage voortdurend met taal bezig. Bij Kirchhoff is het de uitgever-verteller die zich herhaaldelijk bewust is van het clichégehalte van zijn taal, van de trefzekerheid van woorden (of de ontrefzekerheid), van de al-dan-niet adequaatheid van beschrijvingen. Hij zegt het zus of zo, en voegt er dan meteen aan toe: mocht ik het in een manuscript aantreffen, ik zou het schrappen. Dit taalzelfbewustzijn draagt bij tot de psychologische tekening; het zegt natuurlijk iets wezenlijks over hoe dat personage in de wereld staat: de verhouding tussen taal en werkelijkheid is problematisch.

Hetzelfde, of iets gelijkaardigs, heb je ook in Het Belgisch huwelijk. Marc Reugebrink is een Nederlander die al geruime tijd in België woont, meer bepaald in Gent, en zijn hoofdpersonage lijkt heel erg op Marc Reugebrink. Het Belgisch huwelijk (2014) gaat over integratie en over de enorm belangrijke rol die taal daarin speelt. En ja, Nederlands en Vlaams zijn níet hetzelfde! Reugebrink beschrijft, duidelijk uit eigen ervaring puttend, hoe het is om als vreemdeling heel graag te versmelten in een nieuwe omgeving maar in dat streven te worden gehinderd door het feit dat je nooit dezelfde taal kúnt spreken. Hij laat zijn hoofdpersonage hyperbewust zijn van de taalverschillen: ik zeg het zus maar een Vlaming zegt het zo en in dat verschil kunnen we nooit gelijk zijn. Reugebrink doet een verdienstelijke poging om zich in ons idioom in te leven – al is dat een paar keer niet feilloos en al gebeurt het in het besef dat hij altijd zodra hij zijn mond opendoet ‘een Hollander’ zal blijven en als dusdanig zal worden herkend. Hij heeft zich ook politiek heel erg in de problematiek ingeleefd – in extreemrechtse kringen, ook deze die nu aan de macht zijn, zullen ze om het resultaat zeker niet (hebben) kunnen lachen.

Het Belgisch huwelijk is een onderhoudend en bijwijlen ook grappig boek waarmee Reugebrink ons, Vlamingen, een spiegel voorhoudt: hij toont ons hoe het is om als buitenstaander in onze levens, in onze omgeving, in onze Vlaamse-identiteitsbeleving en manier van zijn mee te draaien.

Natuurlijk moet het ook over de liefde gaan. Het huwelijk waarvan de titel gewaagt, betreft de verbintenis tussen onze Nederlandse held en een Vlaamse schone. Maar allerlei perikelen en demonen uit het verleden zetten een en ander in perspectief. Na een paar gekapseisde relaties draagt een mens al wat ballast mee – en die leg je niet zomaar af wanneer je nog maar eens in het bootje stapt.

In de hoofdstukken van Het Belgisch huwelijk laten telkens vanuit een ander standpunt andere ik-personen zich uit over de andere hoofdpersonages, zodat we de waarheden omtrent deze mensen vanuit verschillende hoeken belicht krijgen. Reugebrink toont aan dat we van één persoon nooit de volledige waarheid krijgen.

Het Belgisch huwelijk brengt hoofdthema’s mooi samen: de verscheurdheid van een land en het altijd ijdele streven om zich met een ander te verbinden (maar het tóch blijven proberen, allicht omdat het alternatief geen optie is).