lees hier van bij het begin
De raderen van de industrie
De moderne economie is niet alleen gebaseerd op het
vertrouwen waarmee kapitaal wordt geïnvesteerd maar ook op energie en
grondstoffen.
Wind, water en vuur waren eeuwenlang de enige
energiebronnen. Samen met de spierkracht van mens of dier, want de mens had nog
geen manier bedacht om die wind-, water- en warmte-energie om te zetten. De
spierkracht werd energetisch gevoed door planten, en de planten door de zon.
Pas met de uitvinding van de stoommachine in de achttiende eeuw slaagde de mens
erin om los van de spierkracht te komen: warmte werd in beweging omgezet – en
daarmee werd het water in de steenkoolmijnen weggepompt, en er werden
weefgetouwen en, vanaf 1830, treinen mee aangedreven. Later volgden de
verbrandingsmotor, de elektriciteitsopwekking, de atoomcentrale.
‘In wezen was de industriële revolutie een revolutie op het
gebied van energieomzetting.’ En in principe is de voorraad energie oneindig:
alleen al de zon levert een veelvoud van wat alle menselijke activiteiten
vergen. Door de machines uit te vinden die deze energie omzet in bruikbare
beweging, werden de natuurlijke grondstoffen toegankelijk, ontginbaar, transporteerbaar
en verwerkbaar, en konden nieuwe grondstoffen worden uitgevonden en aangemaakt.
Dit alles leidde tot een enorme explosie van productiviteit.
De vruchten van de industriële revolutie waren het eerst
merkbaar in de landbouw. Daarom stelt Harari: ‘de industriële revolutie was
bovenal ook een tweede agrarische revolutie’. De mens maakte machines,
kunstmeststoffen, insecticiden, hormonen, medicijnen. Planten en dieren werden
‘gemechaniseerd’. Dit veroorzaakte heel wat dierenleed. De efficiëntere technieken
maakten het ook mogelijk dat de meeste mensen niet meer in de landbouw moesten
worden ingezet en dus vrijkwamen voor de industrie. Daar werden dingen werden
gemaakt die voorheen geen mens nodig had, maar die wel moesten worden gekocht.
Om deze infernale cirkel draaiende te houden, diende de ethiek van
spaarzaamheid te worden vervangen door een ethiek van consumentisme.