Het huwelijk is een juwelenkistje dat, door een
geheimzinnig tegengestelde van alchemie, goud, zilver en diamant weer in ijzer,
stras en kwarts verandert.
(Julian Barnes, Het
enige verhaal, 139)
stras I (het;
g.mv.) (verzameln.) 1 (stofn.)
bijzondere soort van glas met veel loodoxide, sterk lichtbrekend en daarom
vooral gebruikt voor het vervaardigen van imitatie-edelstenen 2 namaakjuwelen II (de (m.); -sen) steen van stras (I, 1)
27
Hij hield van de geur van pasgedorste gierst die in de dorpen hing
en van de volgepropte lemen graanschuren en het ritmisch bonken van de
stampers, van de termietenheuvels die wit waren van de gieremest en de rode laterietweg die de savanne met zijn
begroeiing van doornstruiken doorsneed.
(Bruce Chatwin, Anatomie
van de rusteloosheid, 50)
lateriet (het;
g.mv.) (stofn.) (geol.) ben. voor ijzer- en aluminiumrijke grond die ontstaat
door chemische verwering van bep. gesteenten in de tropen
28
Op de markt zegde een maraboet
soera’s op uit de koran.
(Bruce Chatwin, Anatomie
van de rusteloosheid, 64)
maraboet 5 (-s)
moslim die zich, tegen de officiële leer in, bezighoudt met genezingen en
bezweringen en die veelal beschouwd wordt als geestelijk leider, var. maraboe
29
De amazones beantwoordden niet aan mijn voorstelling van
vrouwelijkheid; zij konden pas vrouw worden nadat zij hun man hadden gedood. De
maenaden en bacchanten evenmin.
(Bruce Chatwin, Anatomie
van de rusteloosheid, 97)
maenade (de (v.))
bacchante
30
In elk flesje zit een deel van me, mijn geformaldehydeerde ik, mijn
djinn.
(André Aciman, Alibi’s,
12)
djinn /djın/ (de (m.);
-s) goede of boze geest, gesitueerd tussen engelen en mensen