© rr |
25 november 2015
woensdag
Ik heb er echt genoeg van, ik ben het
beu, beu, beu. De manier waarop we met die georchestreerde angstpsychose in een
houdgreep worden gehouden, dat is echt niet fraai meer. Het is ook niet eerlijk
want er is geen weerwoord mogelijk. Als je zegt dat het allemaal overdreven is,
ben je niet respectueus ten aanzien van de slachtoffers in Parijs, en ook niet
ten aanzien van de toekomstige slachtoffers – want die zullen zeker nog vallen.
Mocht er nog iets gebeuren in Brussel, zal het zijn van ‘Zie je wel’ en ‘We
hebben erger voorkomen’. Als er niets gebeurt, zal het natuurlijk te danken
zijn aan alle voorzorgsmaatregelen – al zal dat nooit kunnen bewezen worden.
Altijd prijs! Je ziet hoe mensen zich vanwege die houdgreep inhouden om zich
tegen de angst te verzetten. Linkse politici zitten in de tang. En die van
rechts spinnen garen bij de situatie. De minister van Binnenlandse Zaken is
electoraal aan het kapitaliseren. En de burgemeester van Antwerpen, die wacht
heel strategisch zijn moment af. We zullen hem nog wel horen. Maar nu nog niet,
nu nog niet. Eerst moet de massa nog een tijdje sudderen in de psychose. Ja, ik
ben het beu. Meer in het algemeen ben ik die hele berichtgeving beu. Je kunt
geen radio of televisie op zetten, bijna op gelijk welk moment, of het is van ‘veiligheidsniveau
zo- en zoveel’ of ‘terreurdreiging’ of ‘huiszoekingen’, enzovoort. Op het
internet gonst het al dagen van de meningen, en ik doe er zelf aan mee en dat
staat me meer en meer tegen. Ik ga ermee stoppen. Ik ga mij volledig voor alles
afsluiten wat met politiek en klimaat en ‘de toestand’ te maken heeft. Ik word
er ziek van. Ik ga voortaan enkel nog natuurobservaties schrijven, of licht
absurdistische verhaaltjes zoals Didier Van De Steene
dat zo goed kan. Robert Walser of Jules Renard of Nescio of die man van het Roelof
Hartplein achterna, hoe heette hij ook alweer. Jan Arends. Arends schreef
uitermate verticaal gezette gedichten en sprong uiteindelijk uit het raam. Of neen,
ik schrijf stukjes à la Pierre
Plum, met telkens een mix van hoge en lage cultuur. Ironische, soms licht
sarcastisch angehauchte huistafereeltjes met uitzicht op de vredige Moerbeekse
Vaart waarin af en toe een meerkoet langspeddelt. En daar dan een sausje
Heidegger of Arendt over. Dat wordt bij mij een uitzicht op het Visartpark, met
zijn kauwen en eksters en af en toe een Vlaamse gaai. Wacht, ik haal er een
boek bij uit mijn bibliotheek, iets wat een beetje prestige aandraagt: een
maxime van La Rochefoucauld of van Cioran, een verhaal van Tsjechov of een
observatie van Voskuil. Lichtvoetig worden die stukjes dan, onbezwaard door de
werkelijkheid in het boze buiten. Ik sla dat boekje met maximes van La
Rochefoucauld dat ik hier in huis heb even open en haal er een willekeurige
uit: nummer 209, ‘Wie zonder dwaasheid leeft, is niet zo wijs als hij wel
denkt.’ Mag je verwachten van iemand die de waanzin in zijn naam draagt. ¶