10 december 2017
© Lucas Devriendt
|
73 – Ik had het
even met H. over L.D., die onlangs overleed. Ik vertelde H. hoe ik
L. enkele maanden geleden op de trein zag, en toen was geschrokken van hoe
slecht ik vond dat hij eruitzag. En hoe ik uit dat driedubbele zelfportret,
waarbij hij zichzelf meer dan een jaar geleden had afgebeeld met neergevleid
hoofd, alsof hij de strijd al had opgegeven, had opgemaakt dat hij toch al veel
langer moet geweten hebben wat hem boven het hoofd hing. Nochtans, zegt H., was
het maar een paar weken voor zijn dood duidelijk geworden. Het is dan zeer vlug
gegaan. H. had opgevangen dat L. zelfs twee weken voordat hij stierf nog naar
de IKEA was gegaan om er een lamp te kopen. Dat doet me aan Goethe denken, zeg
ik aan H., aan diens laatste woorden meer bepaald: ‘Meer licht!’ H. vertelt me
over de indrukwekkende begrafenisplechtigheid in de Sint-Pieterskerk in Gent.
De kist stond er centraal op de ster in de marmervloer opgesteld, met rondom
massa’s bloemen: enkele van de nabestaanden hadden een heel bloemenkraan op de
Kouter leeggekocht. H. toont me ook nog het doodsprentje van L. Geen portret
van de man, ook geen zelfportret, maar een foto van een peer. Een gehavende
peer, met een bluts en wat krassen. Maar wel een prachtige foto, die L., naar
verluidt, op de vooravond van zijn dood zou hebben gemaakt.