wolkenfragmenten uit Harry Mulisch, Het seksuele bolwerk
2543
De eerste twee – de aankoop van het
perzische tapijt en het boek van Reich – kunnen nog ondergebracht worden bij de
eerste druppels op de tegels: met mijn psychische konditie van die dag als
donderwolk, temperatuur en windrichting. (19)
2544
Hij voelde het, de neerbuigende rust, die iets onderaards kokends had en
vaak een verwoestende uitbarsting deed vrezen, het ondefinieerbaar verscheurde
en vernietigde, dat herinnerde aan een door een wolkbreuk geteisterd
landschap, het sluipende, schuwe, argwanende, als bij een opgejaagd, ziek maar
altijd nog ontzaglijk sterk holendier, hij voelde alles, maar omvatte het niet. (Mulisch citeert Jakob Wassermann; 29)
2545
Toen een kinderfeest in de buurt
verstoord dreigde te worden door een regenbui, haastte hij zich naderbij met
zijn wolkenkrakers. (202)