23 november 2017
59 – Ik passeer, min of meer toevallig, de Oxfamwinkel in de
Leopold II-laan en denk, ik ga eens kijken of er nieuwe tweedehandse boeken
zijn. Maar ik blijf, in de winkel, haperen aan het rek met de mannenjassen en
vind daar wat ik absoluut niet zocht: een zeer gave, quasi ongebruikte, in
perfecte staat verkerende en mij als gegoten passende, stevige lederen winterjas
van het merk Oakwood, stoer en warm, met een goede sluiting en van alle
mogelijke zakken en binnenzakken voorzien die ik mij maar kan wensen. Ik pas
hem en hij past mij goed. En dan koop ik hem. 15 euro. Wanneer ik wat later op
de dag G. zie, poch ik natuurlijk met mijn aankoop. Hij keurt mijn jas en tuit
instemmend zijn lippen: Goed gedaan!, wil dat zeggen. Ik zeg nog Daar kan ik
twintig jaar mee voort, maar daar schrik ik meteen van want als dát waar is,
dan heb ik net misschien wel mijn laatste jas gekocht, gesteld dat ik het hier
nog twintig jaar uitzing. Het is een vreemde gedachte, een die ik nooit eerder
heb gehad: de gedachte dat ik voor het laatst iets aanschaf, zoals je dat met
een auto of een huis misschien gemakkelijker hebt, maar toch niet met een jas
of een paar schoenen en al helemaal niet met een computer of een smartphone –
maar tot de aankoop van dat laatste ga ik sowieso niet over omdat het mij niets
bijbrengt, integendeel, het neemt mij vanalles áf. Vooral tijd, eigenlijk. Ik
zet mijn kraag op en stap straks de winter in.