En daar in Wenen was het alsof ik ontwaakte uit deze uitvaartfantasie, alsof ik na heel lang onder water te zijn geweest eindelijk met mijn gezicht door de oppervlakte brak, naar de lucht.
Joost de Vries, De
republiek, 247
ǁ
Hier zien we hem voor het eerst verzen declameren,
fantaseren, vluchten, en met name een ingebeelde begrafenis tot iets moois
omvormen met woorden (…)
Tim Parks, Waarom ik
lees, 127