9 november 2015
maandag
C. is een paar dagen geleden dood teruggevonden, zo liet
M.-A. me gisteren weten. Nooit, zo schrijft ze, zal voor zijn ouders het leven
nog hetzelfde zijn. Niets zal voor hen nog zijn zoals het was. En ik probeer me
deze verschrikkelijke waarheid te realiseren: hoe het is als niets nog is zoals het was. Hoe verdriet tot in de kleinste handelingen, ook de meest onbewuste,
doordringt. Hoe het de voorwerpen bezet en verkilt, hoe het de blik versluiert
en alles lelijk of onverschillig maakt. Hoe zelfs de lucht die je inademt
erdoor wordt aangetast. Hoe de vogels enkel nog schril kunnen fluiten, hoe het
zonlicht alleen maar schroeit en niet meer koestert, hoe elke bloem alleen maar
stinkt en verflenst. Hoe de woorden waarmee anderen je proberen te troosten en tegelijk
zichzelf moed inspreken, hol klinken en hun betekenis verliezen. En hoe je zelf
niet meer op je eigen woorden kunt betrouwen en dus maar zwijgt en béter weet
dan wie toch nog spreekt. ¶ Vandaag, op het moment zelf waarop ik dit schrijf,
wordt X. geopereerd. Hoe ik het ook draai of keer, hoe rationeel of
pseudorationeel ook ik het probeer te benaderen, hoezeer ik mijn gevoelens ook
au sérieux neem, of ze integendeel juist zoveel mogelijk probeer uit te
schakelen: het is alsof ook bij mezelf een stuk wordt weggenomen, alsof er in
mijn hart een bres wordt geslagen. ¶ Op een dag dat de Stedelijke Groendienst
zijn bladblazers erop loslaat, is het al heel wat minder aantrekkelijk om
tegenover een park te wonen. ¶ Dieter Lesage
beschrijft Eric de Kuypers ‘ironisch conservatisme’. De Kuyper onderwerpt zich
aan de door de reclame en de consensus geamplifieerde heersende
smaakvoorkeuren, maar hij doet dat zonder het echt te menen en in het volle besef
van zijn onderwerping. De vrijheid die op die manier wordt behouden, zou
dan bestaan in het soeverein opgeven van de eigen vrijheid. De laatste
vrijheid is dan, zo bekeken (en ervaren): het vermogen waarover je als individu
beschikt om je bewust te zijn van je onderwerping (aan mode, aan de waan
van de dag, aan de selectie die de media onder het mom van objectieve – en uiteraard
helemaal niet objectieve – nieuwsgaring aan je opdringt, aan de
agressieve en polariserende indoctrinaties van hogerhand (bijvoorbeeld in
verband met de vermeende onveiligheid, al dan niet in samenhang met de steeds
nadrukkelijkere aanwezigheid van allochtonen in onze ‘samenleving’), aan de
creatie van kunstmatige behoeften en verlangens, enzovoort, enzovoort: de
inperking van de autonomie van het individu geschiedt werkelijk op een totalitaire
wijze en dringt door tot in alle uithoeken van het persoonlijke leven). Ik weet
niet of het mogelijk is, ik wil het in elk geval graag geloven. En misschien is
dát de werkelijke laatste vrijheid: de keuze die je kunt maken om in een illusie
van vrijheid te leven, wat uiteindelijk neerkomt op een niet meer dan
symbolische, om niet te zeggen rituele, strijd tegen de totalisering, een
laatste stuiptrekking. (Dieter Lesage, ‘Het virus van de essentie’, in Onzuivere
gedachten) ¶ ’t Is een avond van afscheid. Mijn woorden klinken hol.
Misschien kan ik beter een tijdje zwijgen. ¶