dinsdag 24 november 2015

vierenvijftig 44



© Miguel Medina, Getty Images

17 november 2015

dinsdag

Angstbeheersing, angstmanagement, terreurdreiging, terreurmanipulatie. De aanslagen in Parijs hebben, eens te meer, aangetoond hoe flou de grenzen zijn tussen het feit dat je rekening moet of kunt houden met een aanslag en de manier waarop je je daartoe te verhouden hebt. Gevaar is er in onze wereld alom. De meeste vormen aanvaarden we zonder ons ertegen in te dekken. We eten schadelijke producten, we ademen kwalijke stoffen in, we begeven ons in het verkeer, beoefenen gevaarlijke sporten, stellen ons bloot aan voortdurende indoctrinatie via reclame en weinig betrouwbare media, enzovoort. Er kan altijd iets gebeuren dat een impact heeft op ons welbevinden, op onze fysieke integriteit. Terreur vormt hierop een uitzondering. Zeker wanneer die terreur in haar vormgeving ervoor gekozen heeft ons duidelijk te maken dat we haar ook daar mogen verwachten waar we haar het minst verwachten: op plaatsen die op het eerste gezicht niets te maken hebben met de zaak waarvoor zij staat: een voetbalstadion, een concertzaal, het terras van een café. Hoewel, de metro in Madrid was in 2004 toch ook zo’n plaats? Bij nader inzien zijn die plaatsen in Parijs toch niet zo willekeurig gekozen: het gaat om plaatsen waar wij, ongelovige honden, ons ontspannen en samenkomen. Waar wij ons overgeven aan heidense praktijken als goddeloos gesupporter voor elf in korte broeken rondlopende, vetbetaalde vedetten, het drinken van alcoholische dranken in het openbaar, het extatisch headbangen en crowdsurfen op de duivelse tonen van – allahbetert – een garagerockgroep. We weten het nu even niet meer. Kunnen wij wel voortdoen met onze manier van leven, van in het leven staan? Kunnen wij nog met velen op kwetsbare plaatsen samenkomen? De beslissing om de vriendschappelijke voetbalwedstrijd België-Spanje van deze avond niet te laten doorgaan, zal zo wel zijn redenen hebben in hoofde van de overbevraagde veiligheidsdiensten, maar het lijkt toch op een capitulatie. Het is behalve een veiligheidsmaatregel (laten we daarvan uitgaan) toch ook een uiting van angst – en precies in die hoek wilden de terroristen, en vooral de organisatie die achter hen staat, ons duwen. Ik heb altijd geleerd dat het – pedagogisch gesproken – het best is om een kind dat zich pas bij een valpartij heeft bezeerd meteen weer op de fiets te zetten. Dat iemand die een verkeersongeluk heeft meegemaakt meteen opnieuw achter het stuur moet. Enkel op die manier kan de opkomende angst worden beheerst. Zoniet krijg je te veel tijd om erover na te denken en raak je geparalyseerd. Essentieel aan het leven is dat je de risico’s die eraan verbonden zijn aanvaardt. Wie dat niet doet en zo bang om te sterven is dat hij niets meer aandurft, is in zekere zin al dood. Hij blijft thuis, neemt geen deel meer aan het gemeenschappelijke leven, is in democratisch opzicht een perfect controleerbaar subject. En misschien is, zo bekeken, het opleggen van maatregelen die daartoe leiden, bijvoorbeeld het annuleren van een voetbalmatch die normaal gezien, en zeker vandaag, had kunnen leiden tot een moment van ontspanning en verbondenheid, ook wel een vorm van terreur. ¶