© Miguel Medina, Getty Images
|
17 november 2015
dinsdag
Angstbeheersing, angstmanagement,
terreurdreiging, terreurmanipulatie. De aanslagen in Parijs hebben, eens te
meer, aangetoond hoe flou de grenzen zijn tussen het feit dat je rekening moet
of kunt houden met een aanslag en de manier waarop je je daartoe te verhouden
hebt. Gevaar is er in onze wereld alom. De meeste vormen aanvaarden we zonder
ons ertegen in te dekken. We eten schadelijke producten, we ademen kwalijke stoffen
in, we begeven ons in het verkeer, beoefenen gevaarlijke sporten, stellen ons
bloot aan voortdurende indoctrinatie via reclame en weinig betrouwbare media,
enzovoort. Er kan altijd iets gebeuren dat een impact heeft op ons welbevinden,
op onze fysieke integriteit. Terreur vormt hierop een uitzondering. Zeker
wanneer die terreur in haar vormgeving ervoor gekozen heeft ons duidelijk te
maken dat we haar ook daar mogen verwachten waar we haar het minst verwachten:
op plaatsen die op het eerste gezicht niets te maken hebben met de zaak
waarvoor zij staat: een voetbalstadion, een concertzaal, het terras van een
café. Hoewel, de metro in Madrid was in 2004 toch ook zo’n plaats? Bij nader
inzien zijn die plaatsen in Parijs toch niet zo willekeurig gekozen: het gaat
om plaatsen waar wij, ongelovige honden, ons ontspannen en samenkomen. Waar wij
ons overgeven aan heidense praktijken als goddeloos gesupporter voor elf in
korte broeken rondlopende, vetbetaalde vedetten, het drinken van alcoholische
dranken in het openbaar, het extatisch headbangen en crowdsurfen op de duivelse
tonen van – allahbetert – een garagerockgroep. We weten het nu even niet meer.
Kunnen wij wel voortdoen met onze manier van leven, van in het leven staan?
Kunnen wij nog met velen op kwetsbare plaatsen samenkomen? De beslissing om de
vriendschappelijke voetbalwedstrijd België-Spanje van deze avond niet te laten
doorgaan, zal zo wel zijn redenen hebben in hoofde van de overbevraagde
veiligheidsdiensten, maar het lijkt toch op een capitulatie. Het is behalve een
veiligheidsmaatregel (laten we daarvan uitgaan) toch ook een uiting van angst –
en precies in die hoek wilden de terroristen, en vooral de organisatie die
achter hen staat, ons duwen. Ik heb altijd geleerd dat het – pedagogisch gesproken
– het best is om een kind dat zich pas bij een valpartij heeft bezeerd meteen
weer op de fiets te zetten. Dat iemand die een verkeersongeluk heeft meegemaakt
meteen opnieuw achter het stuur moet. Enkel op die manier kan de opkomende
angst worden beheerst. Zoniet krijg je te veel tijd om erover na te denken en
raak je geparalyseerd. Essentieel aan het leven is dat je de risico’s die eraan
verbonden zijn aanvaardt. Wie dat niet doet en zo bang om te sterven is dat hij
niets meer aandurft, is in zekere zin al dood. Hij blijft thuis, neemt geen
deel meer aan het gemeenschappelijke leven, is in democratisch opzicht een
perfect controleerbaar subject. En misschien is, zo bekeken, het opleggen van
maatregelen die daartoe leiden, bijvoorbeeld het annuleren van een voetbalmatch
die normaal gezien, en zeker vandaag, had kunnen leiden tot een moment van
ontspanning en verbondenheid, ook wel een vorm van terreur. ¶